
Wie spreekt jou tegen?
Kerkelijke organisaties als de katholieke kerk en de Jehova’s getuigen hielden hooggeplaatste daders van misbruik decennialang buiten schot. Donald Trump ontsloeg aan de lopende band werknemers die het met hem oneens waren. Twee heel verschillende voorbeelden met één overeenkomst: macht. Wie macht heeft, verzamelt vaak jaknikkers om zich heen – en maakt daardoor anderen monddood. Wie een echte leider wil zijn, doet het tegenovergestelde, zegt PThU-theoloog Rein Brouwer.
De sterke man
Sinds de eerste christelijke keizer, Constantijn, is er voortdurend een band geweest tussen de kerkelijke en de wereldlijke macht. In sommige landen is die band er nog steeds. “De meerderheidskerken in bijvoorbeeld Polen, Hongarije of Rusland zijn een soort machtsalliantie aangegaan met de president of de overheid," zegt Brouwer. "Daar zie je vooral het idee van leiderschap als de sterke man – ook altijd een man, nooit een vrouw – die zegt wat we mogen doen en niet mogen doen. Veel burgers verlangen daarnaar, ook in Nederland. Kijk maar naar de populariteit van iemand als Baudet, maar in zekere zin ook Rutte. Voor mij is dat een verouderde visie van leiderschap: één man klakkeloos volgen.”
Gelukkig geen macht meer
De secularisatie zorgde er in de twintigste eeuw voor dat de kerk in Nederland en West-Europa haar wereldlijke macht verloor. “En daar zijn we eigenlijk niet ongelukkig mee,” zegt Rein Brouwer. “Sommige theologen in de jaren tachtig riepen zelfs: ‘halleluja voor de secularisatie’. Eindelijk kunnen we weer laten zien wie we werkelijk zijn: broeders en zusters van Jezus Christus.” Hij ziet dat soort macht ook het liefst nooit meer terugkeren. Hij ziet wel een ander soort macht, maar die noemt hij liever invloed. “’Macht’ moet je corrigeren, onder controle houden, de kop indrukken. ‘Invloed’ heeft iedereen. Je beïnvloedt elkaar de hele dag. Reclame, social media; beïnvloeding gaat de hele dag door. Dat de kerk daar ook een rol in speelt, het beïnvloeden van hoe mensen geloven en denken, is niet gek. Je kunt niet niet beïnvloeden.”
Dat bepalen we zelf wel
Nederland is wel vrij uniek, vindt Brouwer. “In kerken met een sterke hiërarchie, de rooms-katholieke of de oosters-orthodoxe kerk bijvoorbeeld, is er echt sprake van macht over mensen. Daar kun je mensen dwingen tot bepaald gedrag door te dreigen met uitsluiting. Dat kunnen wij hier echt niet. We zijn in Nederland vrij egalitair. We hebben veel kritiek, en niemand moet ons vertellen wat we moeten doen, niemand moet ons de vrijheid ontnemen. En dat zit ook wel heel erg in de Nederlandse kerken. Kijk naar de Protestantse Kerk in Nederland. De algemene vergadering van de PKN, de synode, kan wel richtlijnen bedenken, maar de gemeenten zeggen ook vaak: we beslissen zelf wel wat we doen. Dat geeft een ongelooflijke beperking aan ‘macht’. We kunnen alleen maar mensen uitnodigen en verleiden door ideeën aan te reiken en vergezichten te schetsen.”
Macht versus gezag
Het gaat in kerken daarom altijd om gezag, niet macht. “Gezag heb je omdat je dat gegeven wordt. Mensen vertrouwen je, zien je als betrouwbaar, geven je het vermogen om iets te zeggen. Daar moet je goed en constructief mee omgaan. Wij zijn niet degenen die de baas zijn.” Naarmate de kerk minder macht heeft gekregen, is leiderschap belangrijker geworden, meent hij. “Leiderschap is erop gericht mensen mondig te maken. Machthebbers houden je in een cocon, en wie mondig is kan daar uitbreken, de regie voeren over zijn of haar eigen leven. Een leider – theoloog, pastor, predikant – zorgt voor een veilige ruimte waarin mensen zelf weer eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen in hun eigen leven en als burger in de samenleving. Leiderschap is een functie van een groep: de leider schetst de visie, maar dat kan hij alleen maar doen als hij goed luistert naar de dromen en verlangens van de groep.”
Een predikant moet ruggengraat hebben
Toch gaat ook de PKN er niet van uit dat leiders zich altijd gedragen. “Als je het hebt over misbruik gaat het altijd over ‘de’ kerk: christenen wereldwijd. Wij maken ook deel uit van die gemeenschap, dus het is terecht dat mensen kritisch zijn,” zegt Brouwer. “Er zijn dan ook structuren opgezet binnen de PKN waar mensen klachten kunnen indienen en in beroep kunnen gaan. En er is al meer dan twintig jaar een beroepscode voor predikanten en kerkelijk werkers.” Ook in de opleiding tot predikant is leiderschap een belangrijk onderwerp. “Er zijn altijd mensen die op de kansel gaan staan om hun onzekerheid te maskeren,” zegt Brouwer. “Het is belangrijk dat ze begrijpen dat dat een maskering kan zijn van je onzekerheid. Ben je leider, dan moet je er staan als jezelf, en niet als de rol die op jou geprojecteerd wordt.” Daarom is het belangrijk dat leiders in de kerk zelf hun tegenspraak organiseren. “Leiderschap heeft iets eenzaams over zich, en daarom moet je zorgen dat je ingebed bent in een groep om je heen, om je kritisch te bevragen.” Ook seksueel misbruik is een belangrijk thema in de opleiding. “We leiden predikanten op om dingen die mensen schaden of krenken bespreekbaar te maken. Dat vind ik ook een vorm van leiderschap. Als je dat niet doet en je kijkt weg, dan kan misbruik plaatsvinden. Een predikant moet ruggengraat hebben, tegenweer bieden.”
Wat is Bijbels leiderschap?
Wat voor visie op leiderschap is er in de Bijbel te vinden? Brouwer vindt het te simpel om uit één verhaal te herleiden hoe een leider zich moet gedragen. Hij kijkt liever naar de hele Bijbel. “Mozes is het prototype van de leider. Hij leidt het volk Israël tot aan de grens van het beloofde land, en dan doet hij iets wat hij niet had moeten doen. Dé leider bij uitstek ziet daardoor niet het beloofde land. Hij kan dat niet verzilveren of op zijn cv bijschrijven. De leider faalt eigenlijk, wordt gecorrigeerd door de hoogste macht die er is. In het boek Rechters zegt de profeet: jullie hebben maar één koning en dat is God. Paulus, de geloofsheld, is in al zijn brieven steeds bezig zich te verantwoorden: niemand neemt iets van hem aan. En Jezus is een koning die op een ezel binnenkomt. Hoe belachelijk is dat? In de Bijbel lees ik: de Bijbel is anti-macht. De Filippenzenbrief spreekt over ‘ontlediging’, Jezus die zichzelf ontledigt. Als Jezus dat doet, dan moeten ook wij als leiders ons ontledingen omwille van de gemeente. Het gaat niet om ons, maar om het belang van de geloofsgemeenschap.”