Naar hoofdinhoud

Toekomstgericht kerk-zijn

Kerken in Nederland, en meer in het algemeen in West-Europa en de Noord-Atlantische regio, maken een immense verandering door. Het is gerechtvaardigd om te spreken van een crisis van de kerk in het Westen. Zelfs waar gemeenschappen hopen traditionele kerkelijke praktijken te behouden, is hun relatie met de omringende wereld diepgaand veranderd, met belangrijke gevolgen. Dit onderzoek van PThU en PKN bestudeert hoe de toekomst van de kerk in deze context eruit kan en mag zien.

Over het project

Al sinds de Verlichting is de plaats van kerken in de Westerse samenleving en hun zelfbegrip veranderd en blijft veranderen. Dit is in de tweede helft van de twintigste eeuw nog intensiever geworden en hangt samen met complexe en gelaagde processen van secularisatie, globalisering, pluralisme en de ontwikkeling van een steeds vloeibaarder samenleving. Het is gerechtvaardigd om te spreken van een crisis van de kerk in het Westen, in de zin dat oudere uitingen van de kerk niet zullen voortbestaan in dezelfde vorm of met dezelfde plaats of impact in de samenleving. Zelfs waar gemeenschappen hopen traditionele kerkelijke praktijken te behouden, is hun relatie met de omringende wereld diepgaand veranderd en met belangrijke gevolgen voor de christelijke opvoeding van jongere generaties, de missionaire roeping van de christelijke gemeenschap en de praktijk van christelijk discipelschap.

Dit onderzoek bestudeert hoe de toekomst van de kerk in deze context eruit kan en moet zien. Het doet dit vanuit de overtuiging dat de kerk leeft door de genade van God, die deze gemeenschap in het leven roept en aan wie de toekomst toebehoort, en vanuit de overtuiging dat het leven ontvangen in relatie met de drie-enige God het grootste geschenk blijft dat gedeeld kan worden met en buiten deze gemeenschap.

Geïntegreerde diagnose en visie voor de kerk

Toch kan er, gezien de ingrijpende veranderingen die kerken en samenlevingen doormaken, weinig als vanzelfsprekend worden beschouwd over hoe christelijke gemeenschappen eruit zullen en zouden moeten zien. Bewust van de gelaagde en veelzijdige uitdagingen waarmee christelijke gemeenschappen worden geconfronteerd, hoopt dit project te voorkomen dat de aandacht wordt teruggebracht tot slechts één dimensie van de toekomst van de kerk en dat men zich verliest in een veelheid van kwesties met betrekking tot de toekomst van de kerk die niet kunnen worden samengevoegd in een geïntegreerde diagnose en visie voor de toekomst van de kerk. Daarom zal dit project voortdurend proberen de verschillende dimensies van dit conglomeraat van vragen te verbinden met de centrale identiteit van de kerk in het heilbrengende leven dat zij heeft ontvangen in haar relatie met de drie-enige God, als Vader, Zoon en Geest, en die de kerk uitnodigt in Gods toekomst.

Twee onderdelen

Eén onderdeel van dit project is daarom gericht op de ecclesiologische vraag naar de identiteit van deze gemeenschap:

  • Wat is de specifieke identiteit en roeping van deze gemeenschap in de wereld?
  • Hoe kan deze identiteit worden versterkt en behouden?
  • Wat betekent dit met betrekking tot passende organisatievormen voor christelijke gemeenschappen in een vloeibare samenleving?

De identiteit en toekomst van de kerk en lokale christelijke gemeenschappen is direct gerelateerd aan de tweede, soteriologische tak van dit project. Die heeft betrekking op de hoop op en de aard van het heil of goede leven dat de kerk en specifieke christelijke gemeenschappen hebben ontvangen, trachten te belichamen en wensen te delen met de rest van de wereld.

Hoe de kerk zich verhoudt tot de samenleving 

Beide onderdelen zijn direct gerelateerd aan de vraag hoe de kerk zich verhoudt tot de samenleving als geheel. De begrippen 'hoop' en 'goed leven' fungeren als bruggen:

  • Wat is het christelijke begrip van het goede leven waarnaar iedereen op zoek is?
  • Hoe wordt dit leven, en de hoop op leven in zijn volheid, belichaamd en hoe kan het worden herkend?
  • Kan de kerk het goede leven en verlossing belichamen of vertegenwoordigen op een manier die zowel tegencultureel als aantrekkelijk is?

De vraag naar identiteit roept vragen op. Hoe kan de kerk een onderscheidende gemeenschap zijn die trouw haar eigen verhaal vertelt dat niet gereduceerd kan worden tot een ander groot verhaal of sociaal project? En hoe kan ze tegelijkertijd een gemeenschap zijn die ook gastvrij is voor iedereen en graag bruggen bouwt en samenwerkt waar mogelijk?

Het projectteam van het project Toekomstgericht kerk-zijn

Deelprojecten

  • 1. Betekenis Toekomstgericht kerkzijn

  • 2. Spiritualiteit van de voorganger

    Welke rol spelen theologische professionals, zoals voorgangers, geestelijk verzorgers, en kerkelijk werkers, in de toekomstgerichtheid van de kerk?

    In dit deelproject richten we ons in het bijzonder op de spiritualiteit van deze professionals. Zij zijn aangesteld om een inspirerende rol te spelen in de levens van de mensen en de groepen die zij in hun werkomgeving treffen, om toekomstgerichtheid en hoop te stimuleren. Daarbij speelt hun eigen bezieling een grote rol.

    Daarom onderzoeken we in dit deelproject hoe het met die bezieling zit: waardoor raken onze theologische professionals geïnspireerd, en waar lopen ze juist op stuk? En vooral: welke bronnen kunnen we inzetten en welke rol kan supervisorische begeleiding spelen om de bezieling in het corps van professionele theologen op peil te houden, of zelfs te vergroten? Het onderzoek vindt plaats in en om een cursus die het materiaal voor het onderzoek moet opleveren.

  • 3. Empirische ecclesiologie

    De toekomst begint in het heden.

    Het project Toekomstgericht kerkzijn stelt de vraag naar een eigentijdse theologie over de kerk (ecclesiologie) in het licht van Gods toekomst. Een theologie van de kerk kan niet zonder een goede verankering in de praktijk van kerk-zijn. Dromen over toekomst van de kerk zijn te vaak precies dat: dromen. Terwijl de kerk nu al van God gegeven is. Dit deelproject wil recht doen aan de kerk in haar huidige gestalte. In hoe de kerk nú is, ligt de beweging naar Gods toekomst opgesloten. Elk spreken over de kerk, of dat nu in de theologie is, door beleidsmakers in de kerk, of in lokale gemeenschappen, zal recht moeten doen aan de empirische gestalte van de kerk. In dit deelproject wordt gezocht naar methodieken om deze empirische gestalte van de kerk veelvoudig in beeld te brengen en te verbinden met het theologisch denken over de kerk in het licht van de toekomst van God. Hoe de kerk toekomstgericht kan leven, begint in het begrijpen van hoe de kerk nu is. In empirische ecclesiologie gaat het daarom om kerk-zijn en om de vraag hoe gelovigen en kerkelijke gemeenschap in het heden gestalte geven aan het Evangelie. 

    Dit deelproject onderzoekt dat langs drie verschillende lijnen:

    1. Het ontwikkelen van instrumenten om kennis over kerk-zijn te verbeteren. Hoe weten we wat er gaande is in christelijke gemeenschappen en hoe stimuleren we het gesprek in gemeenten over het eigen kerk-zijn? Op basis van Australisch onderzoek is de afgelopen jaren Nieuw Kerkelijk Peil (NKP) ontwikkeld als diagnostisch en gidsend instrument in gemeenten. De inzet van NKP willen we verbeteren door het meetinstrument te verbeteren (validatie) en de werking ervan beter in beeld te krijgen (impact).
    2. Zicht krijgen op het zelfverstaan van de kerk (hoe kijken gemeenten naar zichzelf) en op de maatschappelijke betekenis van de kerk (hoe kijkt de samenleving naar de kerk).  We verzamelen hiervoor nieuwe gegevens en analyseren bestaande gegevens over kerk-zijn. We ontwikkelen een duurzame infrastructuur voor onderzoek naar kerk-zijn waarin kerk en universiteit samenwerken. 
    3. Theorie ontwikkelen over de relatie tussen theologisch denken over de kerk (ecclesiologie) en kennis over het feitelijke kerk-zijn. Hoe kan kennis over hoe de kerk nú is, meedoen in overtuigingen en praktijken die uitdrukken hoe de kerk zou kunnen zijn in het licht van de toekomst van God. 
  • 4. Prefiguratie: de kerk als voorproef van het Koninkrijk van God

    Dit deelproject onderzoekt eerste-eeuwse voorbeelden van een prefiguratief zelfverstaan van christelijke gemeenschappen en biedt zo zicht op de exegetische, systematische en praktische implicaties van een visie op de kerk als gemeenschap waar de ideale toekomst van Gods rijk in het hier en nu wordt voorgeleefd.

    Prefiguratieve politiek vanuit de marge

    ‘Prefiguratie’ kent in de hedendaagse politieke filosofie een opleving als concept dat duidt hoe actiegroepen (bijv. Amerikaanse burgerrechtenbeweging, de Arabische Lente-protesten en de Occupy-beweging) hun toekomstidealen aan de maatschappij voor(uit)leven door deze als gemeenschap in de praktijk te brengen (zie o.a. Van de Sande, 2023). De ideale toekomst wordt als het ware in het heden belichaamd. Binnen dit vakgebied is tot op heden echter geen aandacht voor religie, en al helemaal niet voor historische religieuze voorbeelden. Door vanuit deze hedendaagse lens te kijken naar eerste-eeuwse christelijke gemeenschappen, wordt duidelijk hoe de immanente toekomst van God vorm kreeg in de wijze waarop deze eerste kerken zichzelf organiseerden en leefden te midden van ideologieën met heel andere aanspraken op tijd en toekomst.

    De marginaliteit van het vroege christendom (het Nieuwe Testament is geschreven vanuit de marge) biedt een connectie met de situatie in veel kerken in Nederland in deze eeuw (krimp, sluiting, fusie). Hoe kan het evangelie worden verbonden met deze marginaliteit? Het zijn van een voorafbeelding, het gezamenlijke vieren en leven als voorafschaduwing van de toekomst van God kan hier een hoopvolle theologische richting wijzen: we zijn geen laatste stuiptrekkingen van een stervend instituut, maar een voorhoede van een vernieuwde wereld. Prefiguratie heeft daarbij zowel te maken met de overtuigingen en verhalen, als met het belichamen en beleven van de daardoor geïnspireerde idealen in tijd, ruimte en gezamenlijkheid. Zij stelt ons daarmee in staat voorbij de tweedeling van cognitieve overtuigingen en lichamelijke praktijken de vroegste christelijke gemeenschappen te onderzoeken en hedendaagse gemeenschappen te inspireren.

    Vraagstelling, inbedding en subprojecten

    Dit deelproject onderzoekt door bestudering van een selectie van relevante nieuwtestamentische bronnen de volgende hoofdvraag:

    Hoe kunnen prefiguratieve overtuigingen en praktijken in het vroege Christendom, tegen de achtergrond van de cultuur en literatuur van die tijd, wegen openen in het denken over de aard van de kerk van nu (ecclesiologie) en haar visie op de toekomst (eschatologie), in het licht van hedendaagse culturele ontwikkelingen?

    Het deelproject is disciplinair in de bijbelwetenschap verankerd, maar in beide subprojecten wordt het gesprek gezocht met de systematische theologie en antieke en hedendaagse filosofie.

    1. De prefiguratie van Gods toekomst: De brieven van Paulus en hedendaagse ecclesiologie in dialoog – Martine van der Herberg
    2. ‘Er komt een tijd en die tijd is nu gekomen’ (Joh 4:23): Prefiguratieve gemeenschapsvorming als antwoord op cultureel dominante narratieven – Suzan Sierksma-Agteres

    Via de notie van prefiguratie is dit deelproject ook nauw betrokken bij een breder initiatief van onderzoekers van vier verschillende Nederlandse universiteiten en uiteenlopende vakgebieden, het ‘Prefiguratie Collectief’ die elkaar een aantal keer per jaar ontmoeten om onderzoek rond religie en prefiguratie vorm te geven.

    Tegengif bij vooruitgangsgeloof: het ‘nog niet’

    Prefiguratie, de notie dat een ideale toekomst zowel op afstand als ‘in ons midden’ is, een alternatief voor twee belangrijke hedendaagse culturele narratieven. Enerzijds is het een het uitdaging aan het adres van het idee van ‘vooruitgang’ en ‘maakbaarheid’, dat sinds de Verlichting het culturele discours

    heeft beheerst, via haar wetenschappelijke pendant van scientisme ook in de academie voet aan de grond heeft en door (neo)kapitalistische systemen ook grote delen van ons samenleven domineert. Hier tegenover stelt een prefiguratief zelfverstaan de nog uitstaande toekomst. Een vreedzame, duurzame toekomst ligt niet zomaar binnen ons bereik; mensen kunnen slechts vooruitgrijpen op en experimenteren met de toekomst die van Godswege gegeven wordt. De notie van het experiment – ook belangrijk binnen het discours van prefiguratieve politiek – impliceert falen en gebrokenheid: de lijn naar Gods toekomst is geen rechte, ononderbroken lijn.

    Hoop bij doemdenken: het ‘alreeds’

    Anderzijds is het een correctie op het (hiermee strijdige) narratief van ‘achteruitgang’ en ‘apocalyps’. Ook in Nederland is het niet langer zeker dat kinderen het materieel beter krijgen dan hun ouders. De klimaatcrisis heeft in haar ergste scenario’s de hele notie van een toekomst van mensen op aarde op losse schroeven gezet. Dit leidt tot wanhoop en een grote toename van mentale problemen juist onder de jongere generaties. Het perspectief van prefiguratie stelt daartegenover dat de toekomst van Gods nieuwe wereld in het klein present kan worden gesteld. Dat iedere kleine vorm van het beleven van eenheid over etnische grenzen heen, van duurzaamheid en rechtvaardigheid, van harmonie met de schepping, verre van zinloos is. In deze marginale belichamingen van het uiteindelijke ideaal is dit ideaal present, wordt de toekomst in het heden getrokken.

    1. Subproject Paulus: apocalyps en gemeenschapsvorming

    In recent Paulusonderzoek is de apocalyptische lens populair, die het belang benadrukt van Paulus’ visie op Christus als een inbreking in de geschiedenis en als overwinning op de machten van Kwaad en Dood die de wereld in hun greep houden (zie o.a. Rom. 6–7, 1 Kor. 7:29–31). Prefiguratie legt de verbinding van deze typische eerste-eeuwse denkwijze naar de geleefde, ethische en gemeenschappelijke component: hoe moest dit leven in de samengebalde tijd (1 Kor. 7:29) in gemeenschappen vormkrijgen? Wat is de betekenis van het lichaam als beeld voor de gemeenschap in Romeinen 12:2-21? Hoe verhield men zich tot de wereld daarbuiten en tot elkaar en hoe belangrijk was de toekomstvisie daarbij (Rom 13:11-14)? Hebben ecclesiologie en eschatologie met elkaar te maken? Hoe komt dit denken over de tijd en de invloed op gemeenschap (of juist individu) terug bij moderne denkers als Moltmann en Agamben?

    Dit subproject is een PhD-project, uitgevoerd door Martine van der Herberg, en begeleid door Suzan Sierksma-Agteres, Edward van ’t Slot en Annette Merz.

    2. Subproject Johannes: een inbrekend koninkrijk als heterotopie

    Het Johannesevangelie staat onder bijbelwetenschappers bekend als een evangelie waar de toekomst niet zo centraal staat als in de andere drie evangeliën: het eeuwig leven is nu al beschikbaar voor wie gelooft. De eschatologie is ‘gerealiseerd’. Toch zijn er ook apocalyptische, toekomstige noties te vinden, als verwijzingen naar de ‘laatste Dag’. Ook wordt het evangelie doorgaans niet gezien als een werk dat bijzonder kritisch is op de macht van Rome. Immers, Jezus zegt dat zijn Koninkrijk niet van deze wereld is (Joh. 18:36). Tegelijk wordt breed aangenomen dat het evangelie en de brieven van Johannes hun oorsprong vinden in een specifieke latere christelijke gemeenschap, of tenminste geschreven zijn door een auteur met een specifieke gemeenschapsvisie voor de eigen tijd, één die uitging van een sterk contrast tot de wereld om hen heen (dualiteit, wij versus zij, licht versus duister, van boven of van beneden).

    Een prefiguratief perspectief kan bijdragen aan de doordenking van deze thema’s op verschillende niveaus. Vanuit een prefiguratief perspectief werpt zich de vraag op hoe vanuit dit evangelie (en de brieven) de verhouding gemeenschap – macht gedacht kan worden. Het vormen van een heterotopie, een alternatief voor de huidige samenleving, heeft een mate van verzet, maar ook een mate van conformisme in zich, omdat het nieuwe ‘in de ‘schil’ van de oude wereld wordt vormgegeven. Dat Koninkrijk vindt een oorsprong buiten deze wereld, maar is wel gezonden ‘naar’ deze wereld toe (zie Joh. 17:18).

    Prefiguratie kan daarnaast een correctie bieden op de perceptie van een strikte dualiteit in het evangelie. Immers, de toekomst van God mag dan radicaal anders zijn, zij wordt niet alleen ‘in het voren geleefd’ maar ook ‘voorgeleefd’ aan anderen. Zo ontstaat een genuanceerder beeld van haar ecclesiologie en ethiek, wat meer kan aansluiten bij hedendaagse vertolkingen ervan (diffuse grenzen kerkgemeenschap). Tot slot kan de literaire strategie van het evangelie als een prefiguratie worden geanalyseerd: zo kunnen we de biografie van Jezus zelf als een prefiguratie van de uiteindelijke Jezus-gemeenschap beschouwen.

    Onderzoekers

    Sleutelpublicaties

    • Sierksma-Agteres, S.J.M. ‘“De tijd is nabij”: De toe-eigening van de toekomst in Bijbelse crisisperiodes’. Wapenveld 75, nr. 1 (2025): 14-23.  

    Meer publicaties op de Pure researchportal

  • 5. Interculturele perspectieven

  • 6. Gebed

    Meer informatie is te vinden op de projectpagina voor Een Nieuw Gebed.

  • 7. De ontwikkeling van een ecclesiologie uit de marge, een theologisch actieonderzoek met mensen in diaconale presentieplekken 

    In dit onderzoek staan geloofsgemeenschappen die er bewust voor hebben gekozen om als kerk wederkerige relaties aan te gaan met mensen in sociaal kwetsbare posities centraal. Het betekent dat het diaconaat van deze geloofsgemeenschappen wordt gekenmerkt door ontmoeting en wederkerigheid. De mensen die hierbij betrokken zijn, zijn ervan overtuigd dat het essentieel is voor een kerk om met mensen in kwetsbare posities op te trekken. In de praktijk blijkt het echter lastig om uit te leggen waarom dat zo is, de theologische terminologie die voorhanden is, blijkt niet behulpzaam. 

    Dit onderzoek volgt de principes van diaconale presentie en is daarom een Theologisch Actieonderzoek. In het onderzoek gaan mensen in meer en minder sociaal kwetsbare posities samen op zoek naar welke verwoording past bij de praktijk van diaconale presentie. Het onderzoek verkent wat de betekenis daarvan is voor het initiatief zelf en welke perspectieven dat oplevert voor een ecclesiologie voor de 21e eeuw.  

  • 8. Religieuze vorming van jongeren

  • 9. Geleefd geloof