Dit deelproject onderzoekt eerste-eeuwse voorbeelden van een prefiguratief zelfverstaan van christelijke gemeenschappen en biedt zo zicht op de exegetische, systematische en praktische implicaties van een visie op de kerk als gemeenschap waar de ideale toekomst van Gods rijk in het hier en nu wordt voorgeleefd.
Prefiguratieve politiek vanuit de marge
‘Prefiguratie’ kent in de hedendaagse politieke filosofie een opleving als concept dat duidt hoe actiegroepen (bijv. Amerikaanse burgerrechtenbeweging, de Arabische Lente-protesten en de Occupy-beweging) hun toekomstidealen aan de maatschappij voor(uit)leven door deze als gemeenschap in de praktijk te brengen (zie o.a. Van de Sande, 2023). De ideale toekomst wordt als het ware in het heden belichaamd. Binnen dit vakgebied is tot op heden echter geen aandacht voor religie, en al helemaal niet voor historische religieuze voorbeelden. Door vanuit deze hedendaagse lens te kijken naar eerste-eeuwse christelijke gemeenschappen, wordt duidelijk hoe de immanente toekomst van God vorm kreeg in de wijze waarop deze eerste kerken zichzelf organiseerden en leefden te midden van ideologieën met heel andere aanspraken op tijd en toekomst.
De marginaliteit van het vroege christendom (het Nieuwe Testament is geschreven vanuit de marge) biedt een connectie met de situatie in veel kerken in Nederland in deze eeuw (krimp, sluiting, fusie). Hoe kan het evangelie worden verbonden met deze marginaliteit? Het zijn van een voorafbeelding, het gezamenlijke vieren en leven als voorafschaduwing van de toekomst van God kan hier een hoopvolle theologische richting wijzen: we zijn geen laatste stuiptrekkingen van een stervend instituut, maar een voorhoede van een vernieuwde wereld. Prefiguratie heeft daarbij zowel te maken met de overtuigingen en verhalen, als met het belichamen en beleven van de daardoor geïnspireerde idealen in tijd, ruimte en gezamenlijkheid. Zij stelt ons daarmee in staat voorbij de tweedeling van cognitieve overtuigingen en lichamelijke praktijken de vroegste christelijke gemeenschappen te onderzoeken en hedendaagse gemeenschappen te inspireren.
Vraagstelling, inbedding en subprojecten
Dit deelproject onderzoekt door bestudering van een selectie van relevante nieuwtestamentische bronnen de volgende hoofdvraag:
Hoe kunnen prefiguratieve overtuigingen en praktijken in het vroege Christendom, tegen de achtergrond van de cultuur en literatuur van die tijd, wegen openen in het denken over de aard van de kerk van nu (ecclesiologie) en haar visie op de toekomst (eschatologie), in het licht van hedendaagse culturele ontwikkelingen?
Het deelproject is disciplinair in de bijbelwetenschap verankerd, maar in beide subprojecten wordt het gesprek gezocht met de systematische theologie en antieke en hedendaagse filosofie.
- De prefiguratie van Gods toekomst: De brieven van Paulus en hedendaagse ecclesiologie in dialoog – Martine van der Herberg
- ‘Er komt een tijd en die tijd is nu gekomen’ (Joh 4:23): Prefiguratieve gemeenschapsvorming als antwoord op cultureel dominante narratieven – Suzan Sierksma-Agteres
Via de notie van prefiguratie is dit deelproject ook nauw betrokken bij een breder initiatief van onderzoekers van vier verschillende Nederlandse universiteiten en uiteenlopende vakgebieden, het ‘Prefiguratie Collectief’ die elkaar een aantal keer per jaar ontmoeten om onderzoek rond religie en prefiguratie vorm te geven.
Tegengif bij vooruitgangsgeloof: het ‘nog niet’
Prefiguratie, de notie dat een ideale toekomst zowel op afstand als ‘in ons midden’ is, een alternatief voor twee belangrijke hedendaagse culturele narratieven. Enerzijds is het een het uitdaging aan het adres van het idee van ‘vooruitgang’ en ‘maakbaarheid’, dat sinds de Verlichting het culturele discours
heeft beheerst, via haar wetenschappelijke pendant van scientisme ook in de academie voet aan de grond heeft en door (neo)kapitalistische systemen ook grote delen van ons samenleven domineert. Hier tegenover stelt een prefiguratief zelfverstaan de nog uitstaande toekomst. Een vreedzame, duurzame toekomst ligt niet zomaar binnen ons bereik; mensen kunnen slechts vooruitgrijpen op en experimenteren met de toekomst die van Godswege gegeven wordt. De notie van het experiment – ook belangrijk binnen het discours van prefiguratieve politiek – impliceert falen en gebrokenheid: de lijn naar Gods toekomst is geen rechte, ononderbroken lijn.
Hoop bij doemdenken: het ‘alreeds’
Anderzijds is het een correctie op het (hiermee strijdige) narratief van ‘achteruitgang’ en ‘apocalyps’. Ook in Nederland is het niet langer zeker dat kinderen het materieel beter krijgen dan hun ouders. De klimaatcrisis heeft in haar ergste scenario’s de hele notie van een toekomst van mensen op aarde op losse schroeven gezet. Dit leidt tot wanhoop en een grote toename van mentale problemen juist onder de jongere generaties. Het perspectief van prefiguratie stelt daartegenover dat de toekomst van Gods nieuwe wereld in het klein present kan worden gesteld. Dat iedere kleine vorm van het beleven van eenheid over etnische grenzen heen, van duurzaamheid en rechtvaardigheid, van harmonie met de schepping, verre van zinloos is. In deze marginale belichamingen van het uiteindelijke ideaal is dit ideaal present, wordt de toekomst in het heden getrokken.
1. Subproject Paulus: apocalyps en gemeenschapsvorming
In recent Paulusonderzoek is de apocalyptische lens populair, die het belang benadrukt van Paulus’ visie op Christus als een inbreking in de geschiedenis en als overwinning op de machten van Kwaad en Dood die de wereld in hun greep houden (zie o.a. Rom. 6–7, 1 Kor. 7:29–31). Prefiguratie legt de verbinding van deze typische eerste-eeuwse denkwijze naar de geleefde, ethische en gemeenschappelijke component: hoe moest dit leven in de samengebalde tijd (1 Kor. 7:29) in gemeenschappen vormkrijgen? Wat is de betekenis van het lichaam als beeld voor de gemeenschap in Romeinen 12:2-21? Hoe verhield men zich tot de wereld daarbuiten en tot elkaar en hoe belangrijk was de toekomstvisie daarbij (Rom 13:11-14)? Hebben ecclesiologie en eschatologie met elkaar te maken? Hoe komt dit denken over de tijd en de invloed op gemeenschap (of juist individu) terug bij moderne denkers als Moltmann en Agamben?
Dit subproject is een PhD-project, uitgevoerd door Martine van der Herberg, en begeleid door Suzan Sierksma-Agteres, Edward van ’t Slot en Annette Merz.
2. Subproject Johannes: een inbrekend koninkrijk als heterotopie
Het Johannesevangelie staat onder bijbelwetenschappers bekend als een evangelie waar de toekomst niet zo centraal staat als in de andere drie evangeliën: het eeuwig leven is nu al beschikbaar voor wie gelooft. De eschatologie is ‘gerealiseerd’. Toch zijn er ook apocalyptische, toekomstige noties te vinden, als verwijzingen naar de ‘laatste Dag’. Ook wordt het evangelie doorgaans niet gezien als een werk dat bijzonder kritisch is op de macht van Rome. Immers, Jezus zegt dat zijn Koninkrijk niet van deze wereld is (Joh. 18:36). Tegelijk wordt breed aangenomen dat het evangelie en de brieven van Johannes hun oorsprong vinden in een specifieke latere christelijke gemeenschap, of tenminste geschreven zijn door een auteur met een specifieke gemeenschapsvisie voor de eigen tijd, één die uitging van een sterk contrast tot de wereld om hen heen (dualiteit, wij versus zij, licht versus duister, van boven of van beneden).
Een prefiguratief perspectief kan bijdragen aan de doordenking van deze thema’s op verschillende niveaus. Vanuit een prefiguratief perspectief werpt zich de vraag op hoe vanuit dit evangelie (en de brieven) de verhouding gemeenschap – macht gedacht kan worden. Het vormen van een heterotopie, een alternatief voor de huidige samenleving, heeft een mate van verzet, maar ook een mate van conformisme in zich, omdat het nieuwe ‘in de ‘schil’ van de oude wereld wordt vormgegeven. Dat Koninkrijk vindt een oorsprong buiten deze wereld, maar is wel gezonden ‘naar’ deze wereld toe (zie Joh. 17:18).
Prefiguratie kan daarnaast een correctie bieden op de perceptie van een strikte dualiteit in het evangelie. Immers, de toekomst van God mag dan radicaal anders zijn, zij wordt niet alleen ‘in het voren geleefd’ maar ook ‘voorgeleefd’ aan anderen. Zo ontstaat een genuanceerder beeld van haar ecclesiologie en ethiek, wat meer kan aansluiten bij hedendaagse vertolkingen ervan (diffuse grenzen kerkgemeenschap). Tot slot kan de literaire strategie van het evangelie als een prefiguratie worden geanalyseerd: zo kunnen we de biografie van Jezus zelf als een prefiguratie van de uiteindelijke Jezus-gemeenschap beschouwen.
Onderzoekers
Sleutelpublicaties
- Sierksma-Agteres, S.J.M. ‘“De tijd is nabij”: De toe-eigening van de toekomst in Bijbelse crisisperiodes’. Wapenveld 75, nr. 1 (2025): 14-23.
Meer publicaties op de Pure researchportal