
- Home
- Onderwijs
- Studeren in het buitenland
- Blogs studiereizen
- Excursie naar klooster Chevetogne
Excursie naar klooster Chevetogne
Van 22 tot 25 mei verbleef een groep masterstudenten van de PThU in het klooster van Chevetogne in de Belgische Ardennen. De retraite vond plaats in het kader van het themaveld Vieren en had als doel kennismaken met de spirituele en liturgische rijkdom van christelijke tradities. Daarvoor leent Chevetogne zich bij uitstek. Het klooster, gesticht in 1925, is gewijd aan de christelijke eenheid. De monniken, die leven in gemeenschap naar de regel van Benedictus, vieren in twee kerken parallel verschillende diensten, volgens de rooms-katholieke en volgens de oosterse, Byzantijnse rite.
De negen studenten, aangevuld met een Oekraïense gastonderzoekster, werden begeleid door de docenten Eward Postma en Heleen Zorgdrager. Enkele studenten beschreven hun impressies.
Vrijdag 16 mei
Ont-moeten. Niet moeten, loslaten. Dat is ons gevoel na enkele dagen bij de monniken van Chevetogne. En ook: het ontmoeten van de ander. Vanuit verbondenheid met elkaar en verscheidenheid in herkomst.
Zes uur. We ontmoeten elkaar in de Byzantijnse dienst. Traag onthult de ochtendschemer een overvloed aan fresco’s met bijbelse taferelen. We zijn in de Byzantijnse kerk van het klooster. Andere studenten gaan naar de Latijnse tweelingkerk, iets verderop. De Orthros, de vroegste dienst vangt aan. Monotone lezingen klinken, afgewisseld door sonoor gezang. We vangen flarden Frans, Vlaams, Kerkslavisch, Russisch op. Een verkouden monnik snuit zijn neus, de mens achter het heilige is hoorbaar aanwezig. We worden gezegend, bewierookt met verfijnde geuren. De priester betreedt door een poortdeur een voor ons onzichtbare heilige ruimte. Hoorbaar zet hij de liturgie voort.
Zitten, staan, buigen, kruisje slaan. Lijf, zintuigen, hart, ziel, gemoed: alles in ons wordt aangesproken. Behalve ons verstand. En dat is wennen voor een protestant.
We worden door een ervaren broeder, met zelf een gereformeerd verleden in Kampen, gerustgesteld. Hier klinken psalmen en door de eeuwen beproefde liturgische teksten.
We ontmoeten elkaar in de sexte, de tweede dienst die om 12:15 uur start in de Byzantijnse kerk. Dezelfde rituelen, andere psalmen, liederen, hymnes en teksten. Zullen we hieraan wennen? Deze dagen? Ooit?
Het middagmaal. Vijf mannen uit de PThU delegatie ontmoeten vijftien broeders bij de maaltijd. We zijn uitgenodigd om in de refter bij de monniken aan te sluiten. Zwijgen, stevig dooreten (rijst, groente, vis), of ontspannen lachen. En we luisteren naar de lector; er staat een passage over de Chinese kerk onder Xi op het menu. De andere gasten eten samen met enkele bezoekers in een aparte eetzaal. Hetzelfde voedsel, dezelfde lezing, verbonden door een speaker. Is dit wereldvreemd?
In de middag hebben we een ontmoeting (en het voorrecht) in gesprek te mogen met de voormalige abt, Père Michel Van Parys. Een eminente theoloog, gepromoveerd aan de Sorbonne. Hij onderhoudt banden met Irak, India, Ethiopië, Lviv. En hij was enige tijd werkzaam in de curie van het Vaticaan. Ging de dialoog aan met de Koptische kerken, Anglicanen, Lutherse Kerken. Père Michel vertelt hoe de gemeenschap met volharding bruggen tussen kerken en gelovigen bouwt. Hier is Christus’ gebed ‘opdat zij allen één zijn’ de allesbepalende levensroeping.
Ontmoeten is van waarde in de oecumene. Zo leer je elkaar kennen. En kun je leren om niet te denken vanuit gegeven antwoorden, maar de ander eerst als geloofsgenoot te zien. En dan de vragen van de ander proberen te begrijpen.
Nee, dit is het tegendeel van wereldvreemd. Dit is wereldomarmend. Geworteld in een intuïtie, een voorgevoel van katholieke openheid dat zijn tijd vooruit was.
In de vespers, de vierde dienst, ontmoeten wij opnieuw Vader, Zoon en Geest. Het voelt sneller vertrouwd dan gedacht. Een wonderlijke ervaring. Hier gaan de geestelijken ons voor. Hier worden wij opgenomen in een geloofstraditie die veel groter is dan wijzelf, in het geheim van Gods ontferming.
De laatste viering voor vandaag is de completen. We ontmoeten elkaar opnieuw, daar waar hemel en aarde, de kosmos en het aardse elkaar ontmoeten. We treden als gasten in de gemeenschap. Voor de nacht krijgen we de zegen mee. Bewierookt op weg naar de nacht. Wij wandelen de stilte in. Ook die ontmoeten we hier.
Avond. We ontmoeten elkaar met een glas wijn in ons gastenverblijf. We zakken weg op de bank in ons sfeervolle gastenhuis. Studentikoos doorhalen zit er niet in, de wekker zal morgen om kwart voor zes weer afgaan. De vieringen hebben ons ritme intussen overgenomen. Het begint te wennen. Hier leven wij in het ritme van het klooster.
Lars Kramer, Arnoud Looijen
Zaterdag 17 mei
De dag begint weer vroeg. Om 6 uur de Lauden in de Latijnse kerk. Deze kerk is heel wat soberder dan de Byzantijnse kerk, ook dan heel wat andere Latijnse (rooms-katholieke) kerken. Alleen een groot fresco van Jezus die zijn wonden toont, trekt de aandacht. De dienst is ook een stuk korter dan de lauden in de Byzantijnse kerk.
Om kwart voor acht opnieuw de Latijnse kerk, nu voor de eucharistie. Een indrukwekkende plechtigheid, met veel aandacht en zorgvuldigheid uitgevoerd. Over alles is nagedacht, achter alles zit symboliek. De abt gaat voor in brood en wijn. De broeders volgen, daarachter de kerkgangers. Ook de protestantse gasten mogen, als ze willen, meedoen in dit oecumenische klooster. Ze kunnen ook kiezen voor een zegen.
Later op de ochtend krijgen we van père Philippe een rondleiding door de Byzantijnse kerk. Het houdt het midden tussen een informatieve rondleiding en een vrome preek. In ieder geval wordt de Byzantijnse liturgie ons wat duidelijker. Ook kunnen we alle iconen beter duiden: een heel aantal bevinden zich op plekken die voor de hele Orthodoxe kerk zijn vastgesteld. Daarnaast kunnen we door de deur heen in het Heilige kijken, achter de iconostase. We zien het altaar, de iconen, de kandelaar. Alles ademt verhevenheid en eerbied.
Na een rustige middag bereiden we ons voor op een lange viering in de avond: De Vigilie (de Wacht). Het is de voorbereiding op de zondag. De dienst duurt ruim twee uur. Voor sommigen voelt het alsof de tijd vliegt. Anderen hebben wat meer moeite er met de gedachten bij te blijven. Allemaal voelen we onze benen na het lange staan. We voelen respect voor de monniken, sommigen al oud. Het zingen gaat voortdurend door, de lofprijzing op God mag nooit stoppen. Indrukwekkend is het moment waarop iedereen naar voren mag komen voor een speciale zegen: met een kwastje wordt een kruis op ons voorhoofd getekend.
De avond valt in. Onder psalmgezang leven we toe naar de Opstandingsdag van de Heer. De lampen gaan afwisselend uit en aan, tot alleen het licht van de kaarsen overblijft. De ondergaande zon werpt haar stralen door de open deur de kerk in, waar het een icoon prachtig in het licht zet. Zelden beleefden we het invallen van de avond zo intens.
Marten van Dam
Zondag 18 mei
Vanochtend was er ruimte om wat langer uit te slapen. De zondagse viering begint om 10.15 uur, maar daarvoor moesten we al onze spullen hebben ingepakt en de kamers hebben schoongemaakt. Alle spullen zijn al in de auto’s geladen als we naar de dienst toelopen.
De dienst duurt in totaal twee uur en begint steeds vertrouwder aan te voelen. De rituelen, de liederen, het staan – alles went, en het wordt steeds iets makkelijker om meegenomen te worden in de viering. Overigens helpt het dat we op deze zondag een boekje krijgen waarin de liturgie staat; dat geeft toch de nodige houvast om beter te begrijpen wat er precies gaande is. Alles werkt toe naar de eucharistie. Het is mooi om te zien hoeveel mensen, ook uit de buurt, hiervoor naar het klooster zijn gekomen. Na de eucharistie mogen mensen nogmaals naar voren komen om een stukje brood uit te delen (of zelf op te eten) aan iemand die niet bij de eucharistie is geweest, maar waarvan je zou wensen dat diegene erbij was. Ik vind dit zelf een heel mooi ritueel. Het is een uitnodiging en een geschenk, zonder dat er woorden nodig zijn om dit te communiceren. Ik zou willen dat onze traditie ook zo’n gebruik kende.
Na de dienst delen we met elkaar nog een laatste warme maaltijd in Chevetogne. We wassen nog één keer gezamenlijk af. En we bespreken met de groep wat iedereen mee naar huis neemt. Het is bijzonder om te horen dat elke persoon iets meeneemt – soms ook heel verschillende dingen. Maar toch heeft het bij ons allemaal een indruk achtergelaten. En nu mogen we die indrukken weer meenemen naar huis, om ze daar nog eens te overdenken en ook iets van onze ervaringen te delen met de mensen om ons heen. Hopelijk helpt dit verslag ook om iets van onze belevenissen over te brengen.
Hester Zijlstra