Promotie Jaco Zuurmond: Een Godswoord in mensentaal

15 april 2024

Op 15 april verdedigt Jaco Zuurmond aan de PThU zijn proefschrift: Een Godswoord in mensentaal. Verantwoording bij en verwerking van de heruitgave van K.H. Miskotte, om het levende Woord.

Promotores

Prof. dr. Rinse Reeling Brouwer, PThU
Dr. Ciska Stark, PThU

Praktische informatie

Datum: maandag 15 april 2024
Locatie: Auditorium, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam
Aanvang: 15.45 uur
De voertaal van de verdediging is Nederlands.

Over het proefschrift

Centraal in de dissertatie van Jaco Zuurmond staat de door hem verzorgde heruitgave van het hermeneutisch-homiletische hoofdwerk van Dr. K.H. Miskotte, Om het levende Woord. In dit uit 1948 stammende boek heeft Miskotte een viertal opstellen samengebracht, welke alle reeds eerder verschenen waren. Met het oog op de samenvoeging heeft Miskotte echter de opstellen intens bewerkt, zodanig dat ca. 60% van de tekst van 1948 nieuw is. In de heruitgave, welke als bijlage bij de dissertatie wordt aangeboden, wordt de redactiegeschiedenis van de vier opstellen tot op letterniveau fullcolour in beeld gebracht. Bovendien is de heruitgave voorzien van een uitgebreide annotatie, waarin zowel de theologische als de maatschappelijke context van Miskottes tekst en de daarbinnen voorkomende redactielagen, voor hedendaagse lezers wordt ontsloten. 

In de dissertatie wordt allereerst verantwoording afgelegd over de totstandkoming van de heruitgave. Maar vooral wordt onderzocht welk nieuw zicht op Om het levende Woord dankzij de heruitgave mogelijk is geworden. Dankzij de uitgewerkte ‘tekstkritiek’ is bijvoorbeeld de invloed van de veranderende maatschappelijke en theologische context op de verschillende redactielagen in de tekst duidelijk aanwijsbaar. Tegelijk blijkt de nu zichtbaar geworden tekstontwikkeling door de jaren heen op een bijzondere manier getuigenis af te leggen van Miskottes eigen theologische ontwikkeling. Getoond wordt hoe voor Miskotte belangrijke theologische thema’s – in het bijzonder de drieslag ‘heidendom, jodendom, christendom’, het thema ‘Bijbelse grondwoorden’, alsmede het thema ‘de eucharistische kracht van de prediking’ – door de verschillende edities van de verschillende opstellen heen zich steeds meer tot structurerende en samenbindende kernelementen van Miskottes hermeneutiek ontwikkelen. De voor de heruitgave verrichte bronnenanalyse blijkt daarnaast verrassend nieuw licht te werpen op Miskottes omgang met zijn belangrijkste leermeesters, Karl Barth en Franz Rosenzweig. Beider stemmen blijken structurerend aanwezig in Miskottes tekst, ook waar Miskotte daar in zijn annotatie zelf niet altijd op wijst. Beide leermeesters onderstrepen hoezeer in de Schrift inhoud en vorm samenhangen. Maar vervolgens blijkt de zgn. ‘grammaticale methode’ van Rosenzweig Miskotte te helpen om deze visie op het bijzondere taaleigen van de Schrift (‘het idioom van Israël’) te verbinden met zowel de concrete exegetische methodiek, vooral via een onontkoombare concentratie op de ‘grondwoorden’, als met de actuele verkondiging, waarin even onontkoombaar de Bijbelse taalstructuur taalvormend zal uitwerken. Omgekeerd laat het onderzoek zien hoe het vocabulaire van Barth Miskotte helpt om met meer precisie te verwoorden hoe de door Rosenzweig aangeduide openbaringskracht van de taal blijvend wordt gerelativeerd door een principiële afhankelijkheid van de gesprekspartner. Zo brengt Miskotte zijn beide leermeesters niet alleen tot klinken, maar brengt hij ze ook als het ware met elkaar in gesprek.

Tezamen gaan de vier gebundelde opstellen de volledige weg van hermeneutische bezinning, vertaling, tekststudie, ‘meditatie en oratie’ tot aan de concrete prediking in de samenkomst van de gemeente. Waar de vier opstellen aanvankelijk in zeer verschillende tijden, met het oog op zeer verschillende doelgroepen (theologen, predikanten, gemeenteleden) zijn ontstaan, blijken ze bij nadere analyse een van meet af aanwezige, maar vooral gaandeweg door de verschillende redactiemomenten heen aanwijsbaar toenemende, inhoudelijke samenhang te kennen. Die samenhang is gelegen, zo blijkt Miskotte door de jaren heen steeds scherper te formuleren, in de weg van het dabar, de weg van het Woord dat spreken wil, in elke tijd, en vooral hier en nu. Te zien valt hoe Miskotte het begrip dabar gaandeweg tot het verbindend kernwoord bij uitstek in de vier opstellen uitwerkt, totdat het begrip in 1948 in goed Nederlands vertaald als titel mag klinken: Om het levende Woord. De beweging van het dabar – van Godswoord tot mensentaal – zo zakelijk mogelijk, ofwel wetenschappelijk, serieus nemen, dat is wat prof. Miskotte in 1948 met zijn boek beoogt. 

De verschillende thematische analyses welke in de dissertatie op deze wijze worden voltrokken bieden steeds een soort dwarsdoorsnede van Om het levende Woord, in voortdurend wisselend perspectief. Zo biedt de dissertatie, op basis van de heruitgave, een nieuw zicht op het oude boek. De onderzoeker hoopt met dit nieuwe zicht te laten zien dat Om het levende Woord na ruim driekwart eeuw nog steeds relevant en actueel is. Dit met het oog op de hedendaagse prediking in het bijzonder, maar ook met het oog op de theologie en haar positie in de samenleving in het algemeen.

Biografie van de promovendus

Jaco Zuurmond (1962) studeerde theologie aan de Universitaire Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid te Brussel. In 1992 rondde hij in Amsterdam de Kerkelijke Opleiding van de Nederlandse Hervormde Kerk af. Daarna werd hij predikant in Glanerbrug, en later in Enschede, alwaar hij nu naast gemeentepredikant ook studentenpredikant is. 

Cookies

We vinden het belangrijk om je daar goed over te informeren. Cookies helpen ons je ervaring op onze website te verbeteren. Functionele cookies dragen bij aan een soepel draaiende website. Analytische cookies bieden ons inzicht in hoe gebruikers de website gebruiken. Met marketing-cookies kunnen we je op basis van je websitebezoek gepersonaliseerde inhoud bieden.