Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Advent: kijk eens vaker in de spiegel! (Jesaja 8:1)

12 december 2019

Wie kijkt er 's morgens niet snel nog even in de spiegel? Zit je haar wel goed? Is je hipsterbaard wel netjes gekamd? En hoe vaak werpen we niet een blik op onszelf in een winkelruit? De adventstijd is bij uitstek de tijd om ook innerlijk in de spiegel te kijken. De profeet Jesaja lijkt dat echter wel heel letterlijk te doen.

Universitair Hoofddocent Oude Testament

Haastig roof, spoedig buit

In Jesaja 7 spreekt de profeet Jesaja een aantal woorden die met advent vaak gelezen worden. Een mysterieuze profetie over een jonge vrouw die zwanger is en een kind zal baren, en dat kind Immanuel zal noemen. De profetie is uitgesproken tegen koning Achaz. Daarna volgt een waarschuwing van Jesaja. Er zullen slechte tijden aanbreken voor koning Achaz en het volk in Jeruzalem. In Jesaja 8:1 zet de profeet dat nog eens extra kracht bij:

De HEER zei tegen mij: Neem een grote gillajon en noteer daarop met een gewone graveerpen: "Toebehorend aan Haastig-Roof-Spoedig-Buit."

Tegenwoordig kunnen voorgangers en pastores gebruik maken van beamers in de kerk, maar de profeten hadden ook zo hun hulpmiddelen. Jesaja schrijft op een of ander object een paar vreemde woorden: maher sjalal chasj baz: 'haastig roof, spoedig buit'. De klanken van het Hebreeuws laten al zien: dit moet wel een onheilspellende boodschap zijn!

Schrijftafel of spiegel?

Maar waar schrijft Jesaja nu eigenlijk op? Volgens de NBV krijgt de profeet Jesaja de opdracht om een groot schrijftablet te pakken en daar woorden in te krassen. Nu kent het Hebreeuws een heel ander woord voor schrijftablet en de graveerpen doet eerder denken aan een hard oppervlak. Bovendien is de vraag: waarom zou dat schrijftablet extra groot moeten zijn voor slechts vier woorden? Er moet dus meer aan de hand zijn. Niet alleen de tekst was van belang, maar ook de grote gillajon zelf.

Het woord gillajon komt ook eerder al voor, in Jesaja 3:23, in een opsomming van alle make-up-spulletjes die jonge rijke vrouwen in Jeruzalem erop nahielden. Het moet daar een spiegel zijn, zoals ook oude Aramese en Latijnse vertalingen laten zien. Nu is een hoofdregel bij vertalen dat je altijd begint met de woordbetekenis die het meest gangbaar is. Aangezien in Jesaja 3 het woord 'spiegel’ betekent, ligt het voor de hand ook in Jesaja 8 te vertalen met `spiegel'. Alleen, nu gaat het om een grote spiegel. Het is bekend dat in die oude tijd naast kleine handspiegels er ook al wel grote, rechthoekige staande spiegels werden gebruikt.

Gepoetste spiegel

Het woord gillajon is afgeleid van het werkwoord galah. Dat betekent: 'onthullen, zichtbaar maken, openbaren', maar ook 'oppoetsen, glad/glimmend maken'. Dat oppoetsen past beter bij een spiegel dan bij een schrijftablet. In het klassiek Arabisch (een taal die bij dezelfde familie hoort als het Hebreeuws) wordt dit werkwoord speciaal gebruikt om het oppoetsen van een spiegel te beschrijven. Spiegels waren in de bijbelse tijd gemaakt van brons of zilver. Door de invloed van zuurstof uit de lucht werden zulke spiegels groenig (net zoals van oorsprong glimmende, roodkoperen torenspitsen) en dan kon je er natuurlijk niets meer in zien.  

De tekst suggereert bovendien dat Jesaja het onbekende object wel negen maanden heeft laten staan in de stad, tot aan de uitleg van de geheimzinnige tekst na de geboorte van zijn zoon. Het moest dus ook wel een tijdje in weer en wind kunnen staan. Het brons of zilver moest gedurende die tijd telkens weer opgepoetst worden (zie Sirach 12:11).

Spiegel met tekst

Profeten moesten wel vaker een korte tekst opschrijven om die dan ergens in de openbaarheid neer te zetten. Het hoort bij de vele vormen van symbolische handelingen die profeten wel gebruikten om hun woorden kracht bij te zetten. Zoals in Ezechiël 37:17-23 (tekst op twee stukken hout) en Habakkuk 2:2. Habakkuk moet een tekst extra duidelijk opschrijven zodat mensen die in het voorbijgaan kunnen lezen. Korte profetische teksten op hout, steen of ander hard materiaal waren bedoeld om gelezen te worden door volksgenoten. Als de profeet Jesaja zijn tekst in huis had laten staan, zou het geen nut gehad hebben.

Stel nu, dat het inderdaad een grote spiegel is geweest met de tekst 'Toebehorend aan Haastig-Roof-Spoedig-Buit', ergens buiten op straat in Jeruzalem. Mensen lopen voorbij, kijken verbaasd in de spiegel en zien zichzelf met boven hun eigen spiegelbeeld de tekst: 'Toebehorend aan Haastig-Roof-Spoedig-Buit'. Op wie kon dat anders slaan dan op henzelf? Door dat 'Toebehorend aan' was duidelijk dat 'Haastig-Roof-Spoedig-Buit' een persoonsnaam moest zijn. Zo hoefde Jesaja geen woord meer te spreken. De tekst en de spiegel deden het werk.

Het inkrassen van een naam in een spiegel kwam wel vaker voor in die oude wereld. Maar als kijker in de spiegel word je er in dit geval toch een beetje ongemakkelijk van. We zien liever andere dingen in een spiegel, zoals een watermerk in 2013 in een commercial op humoristische wijze liet zien. Mensen zagen zichzelf in allerlei spiegels ineens als piepjong kleutertje. In een spiegel zien we graag een mooi en jong spiegelbeeld, zeker niet oud en gerimpeld, laat staan met een onheilspellende boodschap boven ons hoofd geschreven. 

Onaangename waarheid

Maar wat bedoelt Jesaja? Men wist wel dat het leger van de koning van Assur in opmars was naar Jeruzalem. Maar de profeet wil met de ongemakkelijke boodschap laten zien: jullie rijken, jullie buiten de boeren en de armen uit, enkel om je eigen gewin. Denk maar niet dat je daarmee weg komt. Op jullie beurt zullen jullie zelf als buit weggevoerd worden.

Jesaja had het met name gemunt op koning Achaz en zijn raadslieden. Mensen die voor een groot deel konden lezen en schrijven en de tekst op de spiegel begrepen. Ze hadden de belasting voor gewone burgers enorm moeten verhogen, omdat ze hulp gezocht hadden bij de koning van Assur. Die vroeg daar natuurlijk een behoorlijk bedrag voor terug. Zelfs het gouden en zilveren vaatwerk uit de tempel hadden ze ervoor moeten afstaan (2 Koningen 16:8). Het was dus echt crisis in Jeruzalem. De kloof tussen rijk en arm groeide razendsnel. De leiders van het volk, Achaz voorop, waren besluiteloos en corrupt.

In die situatie houdt de profeet Jesaja zijn volksgenoten een spiegel voor, een letterlijke spiegel: Kijk, dat zijn jullie die hier langskomen, rijke patsers en trippelende opgedirkte vrouwtjes. Zoals wij tegenwoordig de complete aarde uitbuiten. Roofbouw plegen, en er niet van willen weten dat generaties na ons ook nog graag op deze aarde willen leven. Jesaja presenteert met zijn spiegel een onaangename waarheid (An inconvenient truth).

Immanuel

In diezelfde tijd dat Jesaja zijn onheilspellende spiegel tentoonstelde, was zijn vrouw in verwachting, net als waarschijnlijk de vrouw van koning Achaz (Jesaja 7:14-17). Juist vanwege zijn kritiek op de slappe koning Achaz had ook Jesaja zijn hoop gesteld op dat komende koningskind. De moeder zal het kind de naam Immanuel geven, 'God met ons'. Dat was waar die profeet zelf ook op vertrouwde. Zoals ooit bij de inwijding van de tempel was gezegd: “De Here is met ons, zoals hij met onze vaderen geweest is” (1 Koningen 8:57). Achaz heeft daar echter geen boodschap aan, hij vertrouwt alleen op de koning van Assur.

Tijd van crisis

Er zijn veel overeenkomsten tussen Jesaja's tijd en de huidige tijd. Een tijd van crisis. Moord en doodslag zijn aan de orde van de dag. Het ene land bedreigt het andere. Alles draait om macht en geld. Sterk leiderschap ontbreekt. De mensen zijn bang om over de toekomst na te denken. Jesaja dwingt zijn stadsgenoten om even stil te staan voor de spiegel. Pas op de plaats te maken. Jezelf in de ogen kijken.

Adventstijd is: kijken in de spiegel

In de adventstijd wordt in de kerken stilgestaan bij Christus' komst in deze wereld. De geboorte van een mens die niet aan zichzelf dacht, maar die de ware liefde heeft laten zien, die heeft moeten lijden in een vijandige wereld. Daarmee heeft hij iets groots nagelaten.

De tijd van advent nodigt mensen uit zichzelf opnieuw te bekijken in de spiegel. Weerspiegel je iets van dat kind in de kribbe? Hebben we nog oog voor de generaties na ons?

Jesaja wist ook wel dat hij met zijn uitdagende spandoek van brons de mensen niet zou overtuigen. Ook hij besefte dat de dreigende benaming 'Haastige roof, spoedige buit' vervangen zou moeten worden door die naam 'Immanuel': God met ons. Een profetie die boven de tijd van Jesaja uitstijgt. De evangelist Matteüs neemt de tekst van Jesaja opnieuw op (Matteüs 1:22-23) en beschrijft deze Immanuel als een redder die waar zou maken wat bij mensen onmogelijk lijkt.

Lees deze passageVerder lezen?

Cookies

We vinden het belangrijk om je daar goed over te informeren. Cookies helpen ons je ervaring op onze website te verbeteren. Functionele cookies dragen bij aan een soepel draaiende website. Analytische cookies bieden ons inzicht in hoe gebruikers de website gebruiken. Met marketing-cookies kunnen we je op basis van je websitebezoek gepersonaliseerde inhoud bieden.