Naar hoofdinhoud
De ingenomen standpunten zijn die van de auteur, niet per se die van de PThU.
Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Is Bijbelse theologie per definitie anti-Joods?

10 juli 2025

In zijn studie Why Jews Are Not Interested in Biblical Theology beweert de joodse theoloog Jon Levenson dat joden geen belang hebben bij Bijbelse theologie. Sterker nog, hij vindt de meeste christelijke Bijbelse theologieën anti-joods. Waarop zijn deze aannames gebaseerd? En kloppen ze? 

Hoogleraar Judaica

Zijn joden niet geïnteresseerd in Bijbelse theologie?

In zijn artikel kruist Jon Levenson in het bijzonder de degens met de bekende Bijbelse theologen Walter Eichrodt en Gerhard von Rad. Hun boeken zijn nog steeds klassiekers die gebruikt worden in het christelijk theologisch onderwijs. Levenson heeft gedeeltelijk een punt: deze Bijbelse theologieën bevatten veel vervangingstheologie, en zouden daarom anti-joods kunnen worden genoemd. Maar is het daarom zo dat een joodse Bijbelse theologie niet kan bestaan? In mijn oratie, die ik hield op 3 juni 2025, heb ik beide stellingen onderzocht.

In de meeste Bijbelse theologieën die tot stand kwamen in de twintigste eeuw, wordt de joodse Bijbel voorgesteld als een voorbereiding op het Nieuwe Testament. Om een lang verhaal kort te maken toont Levenson aan:

  1. dat een christelijke Bijbelse theologie – waarbij de Bijbel zowel het Nieuwe als het Oude Testament bevat – uit de aard van de zaak inhoudt dat het Nieuwe Testament op zijn minst als context, en meestal ook als vervulling of voltooiing van het Oude Testament wordt gezien. Vaak wordt dat door de auteurs van de Bijbelse theologieën ook erkend, en daar is niets mis mee
  2. dat een joodse theologie die in plaats van het Nieuwe Testament de Talmoed en de Midrasj als joodse context neemt, geen Bijbelse theologie is, omdat geen enkele jood claimt dat de Talmoed en de Midrasj bij de Bijbel horen

Daarom concludeert Levenson dat Bijbelse theologie niet relevant is voor joden. Bovendien wordt de christelijke Bijbelse theologie door joden vaak als beledigend beschouwd, omdat die een negatief beeld van het jodendom zou ophangen. Dat komt omdat theologen als Eichrodt en Von Rad de Bijbel door een gekleurde bril lezen: het Bijbelse jodendom wordt afgeschilderd als de negatieve achtergrond waartegen het christendom des te helderder afsteekt. Bovendien 'lezen' ze in de Bijbel vaak hun eigen negatieve ideeën over het jodendom in hun eigen tijd.

De sabbat als last

Laten we daarvan een voorbeeld geven, uit de Theologie van het Oude Testament van Walther Eichrodt (1933). Hier heeft hij het over de sabbat (vol. 1, p. 78):

Pas de geleidelijke verandering van de oudtestamentische religie in de religie van strikte naleving in het late jodendom, heeft van de weldaad van de sabbat een zware prestatie en last gemaakt.

Levenson observeert correct dat er geen enkele 'late' joodse bron is die de sabbat als een zware last voorstelt. Het woord 'laat' is een signaal: net als andere theologen uit zijn tijd zag Eichrodt het jodendom van de Tweede Tempelperiode als een aflopende zaak, en ook als de directe voorloper van het jodendom in zijn eigen tijd. Het christendom zou de ware opvolger zijn van het oude Bijbelse Israël. Zijn opmerking over de sabbat als een last getuigt van geen enkel contact met hoe joden zelf hun feesten en gebruiken beleven, niet in de Bijbel en niet vandaag.

In onze tijd is een Bijbelse theologie die het jodendom negatief voorstelt niet meer vaak te vinden in de academie. Daarentegen circuleren er nog populaire theologische werken, ook in Nederland, die op een onjuiste manier spreken over het jodendom. 

Het joodse Paasfeest als feest van lijden

Vreemd genoeg vindt men een dergelijke theologie vaak bij auteurs die zichzelf zien als vrienden van het jodendom. In zijn De kring om de Messias (2002), laat Bram van de Beek zich op een gelijkaardige manier uit over het joodse paasfeest, Pesach (p. 39):

Als we de geschiedenis van Israël overzien, is het gene wat opvalt, hun lijden. In het verhaal dat jaar op jaar verteld wordt op het feest van Pesach wordt verhaald van de verdrukking uit Egypte. Het meest fundamentele feest van Israël bestaat uit het eten van vlees met bittere kruiden en van ongezuurde broden omdat het brood haastig moet worden klaargemaakt.

Net als bij de zware last van de sabbat, zoals voorgesteld door Eichrodt, zullen degenen die bekend zijn met Pesach, verbaasd zijn dat dit als een feest van verdrukking wordt voorgesteld. Pesach wordt door de joden ervaren als een feest van bevrijding. Het rituele eten van vlees met Pesach is al bijna 2000 jaar geleden afgeschaft. Sinds er geen joodse tempel meer bestaat wordt het Pesach offer niet meer gegeten.

Pesachviering

Mocht zo iemand naar een sedermaaltijd gaan, dan zou hij weten dat bittere kruiden nog wel worden gegeten, maar samen met zoete spijzen, om precies de combinatie van onderdrukking en bevrijding te symboliseren. Onderdrukking en bevrijding zijn twee kanten van de medaille bij het joodse Pesachfeest. Als je één kant van die medaille, die van de bevrijding en de vrolijkheid, verbergt, en alleen de donkere kant van het lijden en onderdrukking laat zien, dan geef je een vertekend beeld van het jodendom. En dan is het gemakkelijk om te zeggen: De joden moeten bevrijd worden uit hun lijden, en dat kunnen ze niet uit zichzelf want hun religie en geschiedenis is er één van alleen maar lijden, daar hebben ze de hulp van buiten, van Jezus of het christendom voor nodig.

Geen contact met levend jodendom

Uit deze voorbeelden mag blijken dat theologen en andere christenen vaak over joden spreken, maar niet met joden. De informatie die ze hebben halen ze uit de Bijbel, die ook nog eens gelezen wordt met een bevooroordeelde bril. In het onderwijs, bijvoorbeeld aan de PThU, maar ook in de gemeentes, in leerhuizen en catechese, kan dit worden aangepakt. Dat is helemaal niet zo moeilijk, maar men moet het wel willen. Het zou wel eens kunnen dat er dan een beeld van het jodendom uitkomt dat men liever wil verbergen: een levend en vrolijk jodendom, dat helemaal niet hoeft vervangen te worden.

Een manier om dit tegen te gaan is naast de Hebreeuwse Bijbel, ook vroege joodse teksten uit de tijd van het Nieuwe Testament, de rabbijnse literatuur, en ook hedendaagse teksten en gebruiken te onderwijzen.

De sabbat in de joodse beleving

Ik wil één voorbeeld geven van een tekst uit de rabbijnse bijbelinterpretatie, de Midrasj, die het beeld van de sjabbat als 'last' volledig onderuithaalt.

Waarom zegende God de sabbat? […] Omdat de sabbat geen partner heeft. Zondag heeft maandag als partner, dinsdag heeft woensdag, donderdag heeft vrijdag. Maar de sabbat heeft geen partner. […]
De Sabbat zei tot de Heilige: ‘Meester van het universum, alle andere dagen hebben partners, maar ik heb geen partner.’ De Heilige zei tegen haar: ‘De gemeenschap van Israël is jouw partner.’ Toen Israël voor de berg Sinaï stond, zei de Heilige tegen hen: ‘Herinner je de afspraak die Ik met de Sabbat heb gemaakt: de gemeenschap van Israël is jouw partner.’ Dat is de betekenis van de uitspraak in de Tien Woorden: “Gedenk de sabbatdag om die heilig te houden” (Exodus 20:8).
(Bron: Genesis Rabbah 11:8, eigen vertaling.)

In deze Midrasj op het gebod over de sabbat wordt deze op een verhalende manier gepresenteerd als het bijzondere maatje van Israël. Dat heeft God aan de sabbat beloofd; maar Israël wordt er ook op gewezen dat zij een goede partner moeten zijn voor de sabbat. Het 'gebod' van het 'heilig houden' krijgt hier een eigen betekenis; het is zeker geen zware last maar een band met een partner, een vriend, of zelfs een liefdesband.

Hiernaast Lees deze passageciteer ik een passage uit The sabbath van Abraham Joshua Heschel (1951). Dit boek wordt ook genoemd door Jon Levenson: hij vraagt zich af hoe Eichrodt zou hebben gereageerd als hij Heschel over de sabbat zou hebben gelezen.

Gedurende zes dagen van de week is de geest alleen, veronachtzaamd, in de steek gelaten, vergeten. Werkend onder spanning, gebukt onder zorgen [ …] Dan komt de zesde dag. […] De sjabbat is er nog niet, maar de gedachte aan haar naderende komst wekt in het hart een onstuimig verlangen om er klaar voor te zijn en het waard te zijn haar te ontvangen.

Niet de sabbat, maar de andere dagen, worden hier voorgesteld als een last, en de sabbat als de bevrijding van die last. Dit is de ervaring die de meeste joden van de sabbat hebben, in de Bijbel en vandaag.

Abraham Joshua Heschel
(Credits: Monozigote, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons, zwart-wit bewerkt)

Is er niet zoiets als een joodse Bijbelse theologie?

Behalve het anti-joodse gehalte is een bijkomende reden waarom een joodse Bijbelse theologie voor Jon Levenson problematisch is: De Hebreeuwse Bijbel bestaat uit vele verschillende soorten teksten, waaruit men niet één theologie of één overkoepelend thema kan halen. En daarnaast gaat het jodendom ook nog eens uit van een veelheid van interpretaties van Bijbelteksten. Maar juist om die reden kan er wel degelijk een specifiek joodse Bijbelse theologie bestaan. Dat is een Bijbelse theologie die accepteert, zelfs cultiveert, dat er niet slechts één correcte uitleg is voor elke Bijbeltekst maar dat elke tekst op meerdere manieren kan gelezen worden. In een dergelijke joodse Bijbelse theologie wordt het interpreteren zelf een religieuze daad, namelijk een bijdrage aan de openbaring. Michael Fishbane zegt het als volgt:

Interpretatie deelt daarom in de heiligheid van de Schrift, juist doordat zij deze verder onthult: de rol van interpretatie is […] de religieuze plicht om uit te leggen en uit te breiden, en zo de oude woorden van God opnieuw actueel te maken voor het huidige moment.

Interpretatie van Tora wordt in de joodse traditie ook weer Tora wordt genoemd, meer in het bijzonder 'mondelinge Tora'. Fishbane noemt dit een 'hermeneutische revolutie', omdat die laatste Tora is tot stand gekomen zonder een nieuwe goddelijke openbaring.

Joodse Bijbelse theologie voor Protestanten?

Ik ben van mening dat een dergelijke bijbels-hermeneutische theologie goed past bij de protestantse traditie van sola scriptura. In deze traditie is de Schrift de enige of voornaamste bron van waarheid; maar zelfs deze bron vraagt om interpretatie. Het zijn de mensen zelf die deze Schrift mogen bestuderen, en die daar de wijsheid uit kunnen uithalen om hun leven in te richten. Bovendien is er in de protestantse traditie, net zoals in de joodse, niet één centraal gezag dat bepaalt hoe je een Bijbeltekst moet interpreteren. Door de vooringenomenheid die altijd aanwezig is, in elke, ook academische, interpretatie van een Bijbeltekst, expliciet te maken, en zelfs te cultiveren, kan de hermeneutische theologie een waardevolle bijdrage leveren aan de protestantse Bijbelse theologie.

Ik wil uiteraard niet zeggen dat christenen op precies dezelfde manier als joden de Bijbel moeten lezen. Om te beginnen is de christelijke Bijbel niet identiek aan de joodse. En verder hebben christenen een eigen traditie van interpretatie van het Oude en het Nieuwe Testament, waartoe zij zich moeten verhouden. Maar dat neemt niet weg dat het verrijkend is voor christenen en joden om vertrouwd te worden elkaars manieren van lezen van de bijbel.

Bronnen (in volgorde van citering)

  • Jon D. Levenson, ‘Why Jews Are Not Interested in Biblical Theology’, in The Hebrew Bible, the Old Testament and Historical Criticism (Louisville: Westminster John Knox Press, 1993), 33-61.
  • Walther Eichrodt, Theologie des Alten Testaments, I-III, 7de dr. (Vandenhoeck & Ruprecht, 1962), Vol 1, 78. Eigen vertaling.
  • Abraham van de Beek, De kring om de Messias. Israël als volk van de lijdende Heer (Zoetermeer: Meinema, 2004), 39.
  • Abraham Joshua Heschel, De Sabbat, Zijn betekenis voor de moderne mens & vernieuwing vanuit de traditie; Een joodse visie op verbondenheid, vertaling Daniël Mok and Henk De Bie (Amsterdam: Abraxas, 2006), 77.
  • Michael A. Fishbane, The Garments of Torah: Essays in Biblical Hermeneutics, Indiana Studies in Biblical Literature (Bloomington, Ind: Indiana University Press, 1989), 38.