De gelaagdheid van oecumenische ontmoeting en dialoog

15 september 2022

De elfde Assemblee van de Wereldraad van Kerken vorige week heeft Benno van den Toren opnieuw bewust gemaakt van de gelaagdheid van elke serieus theologisch ontmoeting en gesprek. Hij sluit onze verslagen vanuit deze oecumenische bijeenkomst af.

Foto: Paul Jeffrey/WCC

  • Benno van den Toren
    Hoogleraar interculturele theologie

Hart van de Assemblee

Het hart van deze Assemblee klopte het meest in de vieringen in ochtend en avond. Hier vonden we elkaar in een gezamenlijk vieren van de eenheid in Christus en gebed dat die eenheid ook meer gestalte zal krijgen. Hier zien we dat eenheid niet in de eerste plaats te vinden is in gezamenlijke verklaringen, maar belichaamd of ‘embodied’ is in gezamenlijk gebed, zoals ook broeder Alois van Taizé ons herinnerde.

Ontmoeting

Die ervaring wordt op eenzelfde manier belichaamd in de kleinere ontmoetingen rond de maaltijden en in de zogenaamde home groups, waar je medechristenen uit verschillende werelddelen en kerkelijke tradities van hart tot hart kunt spreken. Voor mij waren dat bijvoorbeeld ontmoetingen met Oekumenikos (geen titel maar een naam), een Grieks-orthodoxe monnik uit Constantinopel/Istanbul, een zuster van Chemin Neuf uit Parijs, een vertegenwoordiger van de Mar Thoma kerk in India, een predikant van de Solomon eilanden en een First Nations Anglicaans priester uit Canada. We leerden ook over de vreugde en strijd van medegelovigen in de plenaire ontmoetingen. We werden uitgedaagd door de groeten die werden overgebracht door vertegenwoordigers van kerkelijke stromingen die minder direct vertegenwoordigd waren, zoals die van de Rooms-Katholieke kerk en van de evangelikale en pentecostale beweging, maar ook van Jodendom en Islam.

Wereldraad soms een machtsblok

Tegelijk kon het niet zonder de soms moeizame en pijnlijke en ook wat bureaucratische ‘business meetings’, waarin de leden van het nieuwe Centraal Commité werden gekozen, verantwoording werd afgelegd van het beleid sinds de vorige Assemblee in Busan in 2013 en gezamenlijke verklaringen werden vastgesteld. Theologie is niet alleen belichaamd in het vieren, maar ook in stroperige instituten en bureaucratische structuren. Het blijft een vraag hoe we deze zo organiseren dat de juiste stemmen worden gehoord. Ook de Wereldraad is een machtsblok waarin sommigen meer te zeggen hebben dan anderen. Er werd hard aan gewerkt om ruimte te geven aan de stemmen van mensen die leven met een handicap, van vrouwen en van oorspronkelijke (indigenous) gemeenschappen in landen waar die gemakkelijk ondergesneeuwd raken. Jonge gedelegeerden lieten af en toe strijdbaar van zich horen.

Ruimte maken voor verschillende perspectieven

Tegelijkertijd kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat er harder gewerkt zou kunnen worden aan het ruimte geven aan verschillende theologische perspectieven. Dit is natuurlijk niet anders in de academische theologie waarin een verantwoordelijke organisatie voortdurend moet zoeken ruimte te creëren voor marginale stemmen en tegelijkertijd niet ontkomt aan de verantwoordelijkheid te kiezen naar welke marginale stemmen we misschien in het bijzonder op zoek moeten. Ook als docent interculturele theologie ontkom ik niet aan de verantwoordelijkheid die ik heb in de selectie van de stemmen die ik in mijn lessen voor het voetlicht haal.

Uitdagingen voor de Wereldraad

Wat mij betreft kwam het het meest tot werkelijk gesprek in de zogenaamde ‘ecumenical conversations’, 23 parallelle series van vier gesprekken tussen enkele tientallen deelnemers rond een actueel thema. In mijn geval was dat over “Walking together hand in hand: Evangelism and justice – Exploring theology and practice for mission and evangelism in an unjust world.” Hier zochten we met gedelegeerden, adviseurs en waarnemers uit verschillende contexten en achtergronden te komen tot de formulering van waarnemingen en uitdagingen waar de Wereldraad en haar commissies zich de komende jaren mee bezig zal moeten houden. Dat gesprek stond in deze serie ontmoetingen nog nauwelijks in de grondverf.

Verschillende lijnen van missiologisch denken

Er tekenden zich twee boeiende en belangrijke lijnen af. Enerzijds was er de Oosters Orthodoxe bijdrage die benadrukte dat evangelisatie en zending haar oorsprong vindt in de ervaring van de eenheid met de drie-enige God die mogelijk wordt door Jezus Christus in een leven uit de Geest. Anderzijds was er een postkoloniaal discours over de noodzaak afscheid te nemen van de koloniale geschiedenis van de zending en te zoeken naar praktijken die bijdragen aan rechtvaardigheid, dekolonisatie, gelijkheid en inclusiviteit. Beide lijnen van missiologisch denken sluiten op hun eigen manier aan bij Schrift en traditie, maar kwamen in deze ontmoetingen nog nauwelijks met elkaar in gesprek – zoals ze ook in de bredere context van de Assemblee vaak wat los van elkaar functioneerden. Hopelijk zal dit gesprek de komende jaren diepgaander gevoerd kunnen worden.

Theologie als een gelaagde ontmoeting

De Assemblee bleek voor mij een onverwacht weefsel van gelaagde ontmoetingen: gevierde eenheid, persoonlijke ontmoeting, organisatorische structuren en fragmenten van een theologisch gesprek dat al veel langer bezig is en verder voortgezet zal worden. De spannende vraag is hoe we die lagen met elkaar kunnen verweven. En voor mijn werk aan de PThU: hoe ik diezelfde dimensies die ieder een eigen belang hebben ook in mijn onderwijs in de interculturele theologie recht kan doen.

Cookies

We vinden het belangrijk om je daar goed over te informeren. Cookies helpen ons je ervaring op onze website te verbeteren. Functionele cookies dragen bij aan een soepel draaiende website. Analytische cookies bieden ons inzicht in hoe gebruikers de website gebruiken. Met marketing-cookies kunnen we je op basis van je websitebezoek gepersonaliseerde inhoud bieden.