Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Hoe Joods is het evangelie naar Matteüs eigenlijk?

16 februari 2023

Het evangelie naar Matteüs wordt wel het meest Joodse evangelie in het Nieuwe Testament genoemd. Waarom?

Hebreeuws?

We weten niet eens – net als bij de andere evangeliën – wie werkelijk de schrijver was. Het boek zelf noemt de auteur niet en de titel is later toegevoegd. Voor het gemak hebben we het toch maar over Matteüs. Je hoort vaak dat dit evangelie in het Hebreeuws (of Aramees) zou zijn geschreven. Er is inderdaad een vroeg-christelijke bron, minder dan een eeuw na het ontstaan van het evangelie zelf, die stelt dat

"Matteüs de woorden [van Jezus] bij elkaar bracht in de Hebreeuwse taal".

Latere kerkvaders nemen dit idee over, maar volgens de huidige wetenschap, eigenlijk al vanaf Erasmus, kan het niet kloppen. De oorspronkelijke taal van dit evangelie moet gewoon het Grieks zijn geweest, de meest gangbare taal in het Oosten van het Romeinse Rijk, ook in Palestina en het huidige Syrië. De tekst maakt namelijk helemaal niet de indruk vertaald te zijn uit een andere taal, en wat nog belangrijker is: het evangelie neemt veel materiaal van Markus over, dat zelf ook in het Grieks was geschreven. Er is al helemaal geen Hebreeuwse oudere versie bekend. Alle handschriften zijn in het Grieks, of zijn duidelijk vertalingen van het Grieks. Er bestaat wel een middeleeuwse rabbijnse vertaling uit het Grieks die soms ten onrechte voor het origineel wordt aangezien.

Het is eigenlijk wel begrijpelijk dat het idee van een Hebreeuws of Aramees origineel zo populair is geweest: in die vorm zou het evangelie veel dichter bij Jezus staan, die immers zelf Aramees sprak. Het lijkt echter om een misverstand te gaan. Het kan zijn dat er heel vroeg in de geschiedenis verwarring met andere teksten is ontstaan, het kan ook zijn dat je de aangehaalde woorden eigenlijk anders zou moeten opvatten en vertalen, namelijk dat "Matteüs de woorden [van Jezus] bij elkaar bracht op Hebreeuwse wijze". Dat laatste kan het misverstand ophelderen, maar het is dan wel opvallend dat vóór de twintigste eeuw niemand op deze mogelijkheid is gekomen.

Oude Testament

Toch zou het wel een toepasselijke waarneming zijn, want Matteüs’ manier van vertellen is sterk geïnspireerd door de oudtestamentische verhalen. Hij neemt zoals gezegd veel van Markus over, inclusief de algemene opbouw van het verhaal, maar voegt ook veel toe. Een opvallend element zijn de vijf langere redevoeringen van Jezus, steeds met een plechtige slotformule. Veel uitleggers zien hier een subtiele verbinding met de vijf boeken van Mozes in. De bekendste van deze toespraken is wel de ‘bergrede’, die in deze vorm alleen bij Matteüs voorkomt. Het gaat dan ook steeds om zorgvuldige composities van de schrijver zelf, met behulp van zijn bronnen. En ze vertellen – zoals het ergens gezegd wordt – "het goede nieuws [evangelie] over het koninkrijk"(Matt. 4:23).

Veel nadrukkelijker dan de andere evangelisten legt Matteüs ook verbanden met het Oude Testament, door met welgekozen citaten gebeurtenissen bij Jezus te presenteren als vervulling van woorden van de profeten en anderen. Daarbij gaat hij wel nogal vrij te werk, hetzij door citaten een andere vorm te geven, hetzij door teksten op Jezus toe te passen die bij de profeten zelf duidelijk een andere betekenis hadden. Volgens tegenwoordige uitlegregels is zulk schriftgebruik eigenlijk twijfelachtig, maar dat is een te modern oordeel: het gaat om Matteüs’ manier om lijnen te trekken van Israël naar Jezus, van vroeger naar nu.

Goed nieuws

Voor wie is dat goede nieuws eigenlijk, volgens Matteüs dan? Hier lijkt het evangelie zichzelf tegen te spreken: eerst zegt Jezus uitdrukkelijk dat zijn leerlingen niet naar de niet-Joden moeten gaan, en zelfs niet naar de Samaritanen (Matt. 10:5–6), maar aan het slot stuurt Jezus hen juist wel naar ‘alle volken’ (Matt. 28:19–20). Deze wending naar de niet-Joden lijkt te zijn ingegeven door botsingen en teleurstellingen: Jezus is vrijwel alleen actief onder zijn eigen volk en in zijn eigen land, maar staat vaak recht tegenover de Joodse religieuze leiders. Zijn conflict met hen is zelfs het belangrijkste motief in zijn terechtstelling. Het evangelie lijkt daarmee geschreven in een setting die wel Joodse wortels heeft, en die erfenis ook zeker niet wil opgeven, maar die ook door de ervaring is heengegaan dat Jezus’ persoon en boodschap geen weerklank gevonden heeft bij de oorspronkelijke doelgroep.

De bergrede door Carl Bloch

Jezus en de Joodse wet

En wat is dan die erfenis? Het gaat dan om twee dingen: ten eerste brengt Jezus zelf heil, en ten tweede heeft hij een heilzame boodschap. Bij dat laatste is er wel een opvallend verschil met iemand als Paulus: de Jezus van Matteüs relativeert de Joodse wet niet, laat staan dat hij hem zou afschaffen, maar vult hem juist nader in en scherpt hem zelfs aan. Voor Matteüs is Jezus de gezaghebbende uitlegger van de wet, en ook de enige. Dat illustreert hij door zijn eerste grote redevoering zoals gezegd op een berg te plaatsen – de bergrede! –, en ook door het eind van het verhaal weer op een berg te laten plaatsvinden. Daar geeft Jezus ten slotte als de opgestane Heer nogmaals de opdracht dat zijn nieuwe volgelingen "zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb" (Matt. 28:20). Zo laat de evangelist elke enigszins geïnformeerde lezer ook bij die slotscene aan Mozes denken.

Deze bijbelblog is gebaseerd op een leerhuisbijdrage in het Friesch Dagblad van 28 januari 2023.

Cookies

We vinden het belangrijk om je daar goed over te informeren. Cookies helpen ons je ervaring op onze website te verbeteren. Functionele cookies dragen bij aan een soepel draaiende website. Analytische cookies bieden ons inzicht in hoe gebruikers de website gebruiken. Met marketing-cookies kunnen we je op basis van je websitebezoek gepersonaliseerde inhoud bieden.