Heb je een vraag of goed idee voor het bijbelblog?

Jezus' gelijkenissen: alleen voor ingewijden?

2 september 2021

Direct na de gelijkenis van de zaaier (Marcus 4:1–9) lezen we: “Toen hij [Jezus] weer alleen was met zijn volgelingen en met de twaalf, stelden ze hem vragen over de gelijkenissen. Hij zei tegen hen: ‘Aan jullie is het geheim van het koninkrijk van God onthuld; maar zij die buiten blijven staan, krijgen alles te horen in gelijkenissen, “opdat ze scherp zien, maar geen inzicht hebben, opdat ze goed horen, maar niets begrijpen, anders zouden ze zich bekeren en vergeving krijgen.”’

Lastige vragen

Deze verzen, met het citaat van Jesaja (6:9–10), gelden wel als de lastigste van het hele evangelie naar Marcus. Met name twee vragen liggen voor de hand. Ten eerste: zijn de gelijkenissen dan raadselachtig? Bevatten ze diepere waarheden die ze tegelijkertijd verhullen? Gaat het om geheimtaal waar je alleen met de juiste sleutel toegang toe hebt? Het is toch juist zo dat Jezus gelijkenissen vertelde om dingen over het koninkrijk van God en over zijn eigen opdracht inzichtelijk te maken? En ten tweede: is het dan ook nog eens de nadrukkelijke bedoeling van de gelijkenissen dat mensen door hun eigen onbegrip inkeer en vergeving mislopen? Is dat niet gemeen: de mensen onbegrijpelijke verhalen vertellen en hen vervolgens buitensluiten omdat ze het inderdaad niet begrijpen? Dat er bij geloven sprake is van ‘binnen’ en ‘buiten’ kan toch hoogstens een gevolg van de boodschap zijn, niet het doel ervan?

Onbegrijpelijk onderwijs?

Nog afgezien van deze vragen is er wel meer dat vreemd is. De opbouw van het hele gedeelte roept vragen op. Vanuit een bootje vlakbij de oever geeft Jezus onderricht aan de menigte (zie Marcus 4:1 en 4:35–36), maar in die setting past een apart onderhoud met een aantal volgelingen niet. Er is in Jezus’ verdere woorden ook geen aanwijzing dat zijn onderwijs bedoeld zou zijn om te mislukken.

Marcus zegt dat Jezus’ volgelingen wel toegang hebben tot het geheim van Gods koninkrijk, maar juist over hun onbegrip klaagt Jezus herhaaldelijk in het evangelie (bijvoorbeeld in Marcus 6:52 en 8:17–21). Zelfs hier bij de gelijkenis van de zaaier moeten ze naar de betekenis vragen en verwijt Jezus hun dat ze het niet weten (Marcus 4:13).

Alles in Gods hand

De uitleggers zitten er maar mee. Sommigen proberen de harde kantjes wat van de tekst te slijpen. Zo kun je opperen dat het niet ‘opdat ze scherp zien, maar geen inzicht hebben’ moet zijn, maar ‘zodat …’ of ‘dat …’ (zoals de NBG-vertaling ’51 heeft). Geen doel dus inderdaad, maar een – onbedoeld, betreurenswaardig – resultaat. En in plaats van ‘anders zouden ze zich bekeren’ (het Grieks heeft iets directer ‘opdat ze zich niet bekeren’) kun je ‘tenzij ze zich bekeren’ inbrengen (zoals de Willibrordvertaling doet). Zo is er toch nog een ontsnappingsclausule.

Zulke pogingen werken niet, denk ik. Niet alleen omdat de Griekse grondtekst het niet toelaat en je dus moet gaan aannemen dat die grondtekst zelf via allerlei ingewikkelde vergissingen tot stand gekomen zou zijn, maar ook omdat het vooral de moeite van de uitleggers is die er de drijvende kracht van is. Dat hoeven niet eens alleen de hedendaagse uitleggers te zijn, want ook Matteüs en Lucas, die de tekst van Marcus als bron gebruikten, hebben precies op dit punt al dingen weggelaten of iets vriendelijker geformuleerd. Kennelijk waren zij ook niet helemaal tevreden met Marcus’ weergave. Maar voor de evangelist Marcus is nu eenmaal alles in Gods hand, ook wanneer mensen Jezus verwerpen, ook wanneer ze zijn boodschap niet begrijpen. Net als Paulus voelt hij geen tegenspraak tussen de vrijheid van mensen en het handelen van God.

De gelijkenis in Marcus

Maar wat dan te denken van Marcus’ opvatting over de gelijkenissen? Ook hier kun je je toevlucht nemen tot het misverstand. Het Griekse woord parabolos (‘parabel’) zou dan zowel ‘voorbeeldverhaal’ als ‘raadsel’ kunnen betekenen, en per ongeluk heeft de evangelist een uitspraak over ‘raadsels’ van toepassing geacht op ‘voorbeeldverhalen’ en het hoofdstuk zo gecomponeerd als we het nu lezen.

Ook dit lijkt me niet overtuigend. Gewoonlijk weet Marcus prima wat hij doet, en in elk geval moeten we proberen de tekst te begrijpen die we nu voor ons hebben. Er zal dus iets anders aan de hand zijn. Een aantal elementen kunnen ons op weg helpen. Zo spelen geheimhouding en misverstand in het hele evangelie zelf een belangrijke rol. Verder hadden de vroege christenen ervaren dat zij een sterke minderheid vormden met overtuigingen en inzichten die maar door weinigen werden gedeeld. Ook kon de neiging en de behoefte ontstaan om het onderwijs van Jezus als een soort privébezit te gaan beschouwen, alleen bestemd voor zijn volgelingen, dat ook alleen door hen goed te begrijpen was.

De gelijkenis van de zaaier (beter eigenlijk: van het zaad) is op wat landbouwkundige details na niet ingewikkeld, zoals trouwens ook de uitleg ervan in Marcus 4:13–20 al laat zien: mensen zijn verschillend en reageren verschillend op Gods heilsaanbod. Marcus’ opvatting over de gelijkenissen is dus kortweg onjuist als het over de historische Jezus gaat. Jezus’ gelijkenissen waren als voorbeeldverhalen wel verrassend maar niet hermetisch, nooit moeilijk te begrijpen maar wel vaak moeilijk te verteren. De evangelist en zijn omgeving gingen ze echter anders zien en gebruiken, namelijk als omhulsel van Jezus’ bijzondere boodschap. Omdat zij de opgestane Heer kenden, beschikten alleen zij over de juiste uitleg. Buitenstaanders hadden daar geen toegang toe. Zo gingen de gelijkenissen ook illustreren waarom maar zo weinig mensen meededen met de Jezusbeweging. Toen Marcus zijn beeld van Jezus schetste nam hij al die gedachten en ervaringen mee.

Er moet tot slot wel één belangrijke overweging bij: voor Marcus ligt de grens tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ niet vast. De werkelijkheid ligt in Gods hand, maar is niet vastgeschreven. Ook de trouwste volgelingen zitten nogal eens op een dwaalspoor, zoals we zagen, en juist buitenstaanders, zoals de centurio bij het kruis (Marcus 15:39), kunnen van verrassend scherp inzicht blijk geven. Uiteindelijk is steeds aan de lezer om te lezen, te begrijpen, en te kiezen.

Deze bijbelblog is een bewerking van een leerhuisbijdrage in het Friesch Dagblad van 13 februari 2021.

Cookies

We vinden het belangrijk om je daar goed over te informeren. Cookies helpen ons je ervaring op onze website te verbeteren. Functionele cookies dragen bij aan een soepel draaiende website. Analytische cookies bieden ons inzicht in hoe gebruikers de website gebruiken. Met marketing-cookies kunnen we je op basis van je websitebezoek gepersonaliseerde inhoud bieden.