Naar hoofdinhoud

Spreken over kerk en slavernij op het 'plaats delict'

20 november 2025

Het gesprek over kerk en slavernij kan en mag niet alleen in Nederland plaatsvinden. Dat was het uitgangspunt van de conferentie over kerk en slavernij in Nederland, de Nederlandse Cariben en Suriname, die van 10 tot en met 14 november plaatsvond in Curaçao. De plannen voor deze conferentie begonnen op bescheiden schaal, maar al gauw bleek er enorme belangstelling te zijn. Uiteindelijk vonden er 44 lezingen en presentaties plaats en waren er meer dan honderd bezoekers aanwezig.

Deelnemers van overal

Volgens initiatiefnemer en antropoloog Rose Mary Allen is het cruciaal om juist in de voormalige koloniën – het ‘plaats delict’ van de Nederlandse slavernijgeschiedenis (Alex van Stipriaan) – het gesprek te voeren tussen onderzoekers en kerkleiders uit verschillende delen van het voormalige Nederlands koloniaal rijk. De bezoekers kwamen dan ook van overal: uit Nederland, de Verenigde Staten, Brazilië, Jamaica, Canada, Suriname en natuurlijk de Nederlandse Caribische eilanden Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Eustatius, St. Maarten en Saba. Naast wetenschappelijke betogen was er ook dans, toneel (als manier om dialoog te bevorderen), een kerkdienst op woensdagavond, en een excursie langs Curaçaose geloofstradities op vrijdag.

Historisch narratief bijstellen

Terwijl buiten de tropenzon scheen en menig Nederlandse toerist aan het snorkelen was in het prachtig blauwe water van de Curaçaose stranden, namen de deelnemers tijdens de conferentie een diepe duik in grofweg viertal thema’s:

  1. de rol van bijbel en theologie bij de slavernij
  2. de rol van de zending
  3. de verhouding van kerk en slavernij tot de Afro-Surinaamse en Afro-Caribische religies en tradities (Winti, Montamentu, Brua)
  4. en de doorwerking en mogelijke vormen van herstel van het slavernijverleden in het heden

Aan de hand van de lezingen moesten de deelnemers op zeker drie punten het dominante historische narratief over kerk en slavernij bijstellen. Zo speelden Afrikaanse bronnen en tradities een belangrijke rol bij de manier waarop de slaafgemaakten het christendom interpreteerden en toe-eigenden. Ook kan en mag de Nederduitse Gereformeerde Kerk in sommige opzichten wellicht toch een missionaire kerk genoemd worden. Daarnaast klonken er in het Nederlands publieke debat over slavernij meer abolitionistische (anti-slavernij) geluiden dan eerder gedacht.

Pakkende uitspraken

Onder de sprekers waren een heel aantal mensen met ruime ervaring in public speaking, zoals voormalige politici (ministers en gezaghebbers vanuit verschillende Caribische eilanden) en predikanten en pastores. Mede daardoor was er ook een ruime oogst aan fraai geformuleerde uitspraken, die stuk voor stuk uitnodigden tot nadere reflectie. Een selectie:

  • “While the church sought obedience, the people found meaning” (Bob Harms)
  • “Physical slavery is like the sting of ants, spiritual slavery is like the sting of a scorpion” (Mildred Caprino)
  • “Were the slaves christianized or did the slaves Africanize Christianity?” (Armando Lampe)
  • “We should not only produce, but also restore knowledge” (Stella van Rijn, rector magnificus University of Curaçao)
  • “They [kerken die deel waren van het koloniale establishment, red.] aligned themselves not with the cross, but with the whip” (Wycliffe Smith)

Vervolgstappen

In de slotsessie van de conferentie bogen deelnemers zich onder andere over de vraag hoe ze de opgedane inzichten breder onder de aandacht kunnen krijgen. Er gaat sowieso gewerkt worden aan een boek waarin een selectie van de lezingen gepubliceerd zal worden. Daarnaast start de University of Curaçao, met geld van NWO, een dialoogproject over geloofsgemeenschappen, slavernij en kolonialisme. Verder hopen we dat de aanwezige kerkleiders en journalisten de kennis die ze vergaard hebben ook meenemen naar hun achterban. Zo schreef de Nederlandse journalist Arie Kok een bijzonder leesbare serie blogs over de conferentie.

Nog maar het begin

Een opmerking die vaak klonk in de slotsessie is dat deze conferentie eigenlijk alleen nog maar het begin is van het gesprek over kerk en slavernij in de Caraïben. De vraag is hoe we dit gesprek kunnen voorzetten. Heel duidelijk is in daarbij de meerwaarde van het organiseren van een dergelijke conferentie in een van de voormalige koloniën van het Nederlandse koloniale rijk. Niet alleen maakt het dat veel gemakkelijker voor lokale onderzoekers en kerkleiders om de conferentie bij te wonen, maar ook wordt ter plekke zoveel beter de gewicht van het koloniale verleden gevoeld. Wellicht moeten we daarom onze slotconferentie niet in Utrecht, maar in Paramaribo, Kaapstad, of Jakarta organiseren?

Initiatiefnemer en voorzitter van het organiserend comité was antropologe Rose Mary Allen, die als hoogleraar verbonden is aan de Universiteit van Curaçao én mede-projectleider is van het onderzoeksproject Kerk en Slavernij van de PThU, Vrije Universiteit en de Universiteit van Curaçao. Rose Mary Allen werd in het organiserend comité bijgestaan door Donate Philbert-Nieveld, promovenda van het Kerk en Slavernij-project die woonachtig is op Curaçao, en postdoctoraal onderzoeker Martijn Stoutjesdijk vanuit Nederland.