Kerk en pacht: lering trekken uit bezoek aan Vlaanderen
In Nederland verpacht de Protestantse Kerk naar schatting 27.000 hectare grond aan boeren. Welke verantwoordelijkheid draagt de kerk als grondbezitter bij het beheer en gebruik van deze landbouwgrond? Met deze vraag reisden promovendus Allon Makkinga en prof. dr. Thijs Tromp naar Vlaanderen, waar een conferentie over dit onderwerp plaatsvond.
Kerkfabrieken onder druk
Ook in België bezitten kerken (met name Rooms-Katholieke parochies) landbouwgrond. In België wordt de grond beheerd door zogeheten Kerkfabrieken: publieke instellingen die het kerkelijk bezit beheren. Het bestuur van een kerkfabriek bestaat uit vijf personen, waarvan één een vertegenwoordiger is van de parochie. Hun belangrijkste taak is om het bezit rendabel te maken, zodat daarmee het onderhoud van gebouwen en andere zaken gefinancierd kan worden en de gemeentelijke overheid daarvoor niet financieel hoeft bij te springen. Door stijgende kosten en een bezuinigingsopgave van de overheid worden kerkfabrieken steeds vaker onder druk gezet om hun grond te verkopen.
Sleutelrol voor kerken in verduurzaming?
Op de conferentie werd echter een pleidooi gehouden om de grond juist niet te verkopen. Niet alleen omdat grond inkomsten brengt op de lange termijn, maar ook omdat kerkfabrieken, bouwend op de encycliek Laudato Si’, een sleutelrol kunnen spelen in de verduurzaming. Daarnaast kunnen ze langetermijnperspectief en zekerheid bieden voor boeren. Ook werden enkele voorbeelden gegeven van hoe je met een klein stuk grond, alsnog een grote impact kan maken. Dat kleine stukje grond betekent voor een agrariër soms precies het verschil tussen winst en verlies maken. Als je vanuit de kerkfabriek afspraken met de pachter kunt maken over het beheer van de grond, kan dat ook invloed hebben op de manier waarop de agrariër de rest van zijn of haar grond gebruikt.
Vertaling naar de Nederlandse context
Nederland kent geen kerkfabrieken. Bij ons zijn colleges van kerkrentmeesters en diaconieën de eigenaren van de grond. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor de uitgifte van de grond. Dit biedt de Nederlandse kerken relatief meer vrijheid om te handelen. Een mooie positie dus voor de kerk om na te denken over hoe ze hun grond willen beheren. De conferentie in Vlaanderen maakte duidelijk dat kerken, in zorg voor de schepping, ook met een beperkte hoeveelheid grond een voortrekkersrol kunnen spelen in een verantwoord en duurzaam grondbeheer.