Naar hoofdinhoud

“Belijdenissen zijn geen gestold verleden”

15 april 2025

Wat is de grondslag van de kerk? Voor Wim Moehn is het antwoord duidelijk: wat wij als gelovigen belijden, bepaalt wie we zijn, hoe we ons presenteren, wat we te zeggen hebben in deze wereld. Daarom hebben de zogenaamde belijdenisgeschriften ook zo’n cruciale rol in de kerk. Die van vroeger, maar ook de manier waarop we nu ons geloof belijden, in onze tijd en context. Als onderzoeker houdt hij zich al jaren bezig met klassieke en moderne belijdenisgeschriften. Per mei gaat hij dat doen als hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme bij de PThU.

Een van de grondvesten

Voor wie de PThU al wat langer volgt, is Wim Moehn een bekend gezicht. Hij deed zijn promotieonderzoek dan ook bij een voorganger van de PThU, en werkt er al een flink aantal jaar als bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond. Ook als bijzonder hoogleraar hield hij zich al bezig met belijdenisgeschriften. Dat fascineert hem al sinds Willem Balke hem ooit stuurde richting Calvijn en het Franstalig deel van de Reformatie.

Of eigenlijk: reformaties, meervoud. Want inmiddels is het in zijn kringen een vanzelfsprekendheid dat in de periode van de Reformatie verschillende gebieden afzonderlijk – maar ook zeker geïnspireerd door elkaar – bezig waren de kerk te vernieuwen. Terwijl Luther in de zestiende eeuw druk bezig was in het Duitse taalgebied, waren de grote namen in het Franstalige gebied de welbekende Calvijn en ook Guido de Brès. Die laatste fascineert Wim Moehn bovenmatig. “Guido de Brès heeft in een hele turbulente tijd leiding gegeven aan Franstalige gemeenten Doornik en Valenciennes, destijds steden in de zuidelijke Nederlanden. Die gemeenten werden ‘kerken onder het kruis’ genoemd, omdat zij vervolgd werden door de Spaanse koning Filips II, die het zag als zijn heilige roeping om te vuur en te zwaard de protestanten te vervolgen en één heilige moederkerk in zijn gebied te hebben. De Brès is dan ook op jonge leeftijd opgehangen vanwege zijn standpunten.” Maar niet voordat hij een geloofsbelijdenis opstelde, die nu bekendstaat als de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Die belijdenis is “een van de grondvesten” van de protestantse kerk, zegt Moehn. Hij publiceerde vorig jaar een omvangrijke teksteditie van De Brès.

Uitgedaagd door de tijd waarin we leven

De Nederlandse Geloofsbelijdenis is een van de vele belijdenissen binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Daarnaast omarmt de PKN nog vele andere geloofsbelijdenissen die door de eeuwen heen zijn opgesteld. ‘Verschillende manieren waarop gelovigen hun geloof woorden hebben proberen te geven’, noemt Moehn het. Daarbij horen uiteraard de klassiekers, zoals de Apostolische Geloofsbelijdenis en de Geloofsbelijdenis van Nicea, die dit jaar alweer 1700 jaar geleden is opgesteld. Maar ook de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels maken deel uit van het ‘belijdenis-arsenaal’ van de PKN. En zo zijn er nog meer.

Over al die belijdenissen geeft Moehn college bij de PThU. “Het is belangrijk voor studenten om te zien dat we in een traditie staan,” zegt hij, “en om de rode draad te kunnen herkennen in deze belijdenisgeschriften. Want ook nu worden er belijdende teksten geformuleerd, bijvoorbeeld door de Wereldraad van Kerken. Belijdenissen zijn niet een gestold verleden waarmee je werkt; het zijn handvatten om vandaag de dag te verwoorden waar wij staan als kerk. Ik daag studenten uit om ermee in gesprek te gaan, zich erdoor te laten bevragen. Toen De Brès zich in zijn belijdenis geroepen voelde verantwoording af te leggen over wat wij geloven, deed hij dat tegenover het front van de Katholieke Kerk. Hij nam daar positie tegen in. En vandaag de dag zijn er natuurlijk totaal andere fronten, maar nog steeds geldt dat je je geloof niet verwoordt in een vacuüm. Je wordt altijd uitgedaagd door de tijd waarin je leeft. Bijvoorbeeld een milieuvraagstuk als klimaatverandering is in onze context nadrukkelijk aanwezig en daagt ons uit daar positie in te kiezen.”

De kerk blijft zich uitspreken

Het is binnen de PKN niet vreemd om daarbij zeer uiteenlopende posities tegen te komen. Dat is eigen aan de kerkorde, ofwel het reglement van de kerk: daarin staat dat gemeenten zelf mogen kiezen door welke belijdenissen binnen de PKN zij zich het meest aangesproken voelen. “En als de synode vergadert, worden er dan soms heftige debatten gevoerd waarbij mensen recht tegenover elkaar staan,” zegt Moehn. Met enige bewondering voegt hij toe: “En dan toch één kerk zijn.” Vanwege de vele standpunten binnen en buiten de kerk oefent Moehn ook met zijn studenten in het voeren van het ‘belijdenisdebat’ – zeker ook als de standpunten van de studenten ver uiteen liggen. Dat doet hij in het vak ‘Symboliek’, hoewel die naam nog wel eens verwarring oproept. “Het heeft niets met symbolen te maken, maar is afgeleid van het Latijnse woord ‘symbolum’, dat onder andere geloofsbelijdenis betekent. Dat je niet ieder voor zich uitspreekt ‘dit geloof ik’, maar dat je dat samen met anderen doet.” Maar als het er nu op lijkt dat gelovigen niet samenstemmen, en belijdenissen vooral leiden tot onrust? Moehn is duidelijk: “Ook nu spreken we ons uit en nemen we posities in, niet alleen in de zestiende eeuw. Wil je als kerk een boodschap hebben, dan vraagt dat om een grondslag. Je moet je als kerk toch ergens op vaststellen: dit zijn wij. En ja, dat blijft ook vandaag een heel spannend iets.”